Kroniek van de Alkmaarse Joodse bevolking

Alkmaar was in 1604 de eerste Hollandse stad waar Joden zich zonder problemen konden vestigen. In de loop van de 17e eeuw groeide de Joodse gemeenschap. Voor hun godsdienstviering  waren ze nog afhankelijk van huiskamersjoels. In 1792 werd de eerste synagoge aan de Laat gewijd. In 1804 werd de huidige sjoel aangekocht die na een verbouwing in 1844 het huidige uiterlijk kreeg. In de Tweede Wereldoorlog werd de Alkmaarse Joodse bevolking gedecimeerd: van de 213 Joodse inwoners worden er 133 omgebracht en slechts enkelen keren terug naar Alkmaar. Na de Tweede Wereldoorlog kon de synagoge door de overgebleven Alkmaarse joden niet meer onderhouden worden  en kwam het gebouw leeg te staan. In 1954 nam het baptistische genootschap het gebouw over en zij hebben het tot 2008 in gebruik gehad. Alkmaar kreeg later weer een aanzienlijke joodse gemeenschap en in december 2011  werd het gebouw weer in gebruik genomen als synagoge. 

De opsomming onder geeft een overzicht van de maatregelen en gebeurtenissen met betrekking tot de Joodse bevolking van Alkmaar in de periode '40-'45. Het is gebaseerd op de volgende publicaties en websites:

1940

19 mei

 De Duitse Wehrmacht trekt Alkmaar binnen en de Ortskommandant neemt het civiel gezag over.

1 juli  

De NSB geeft bevel dat alle niet-arische vreemdelingen die na 1 januari 1933 Duitsland hebben verlaten en in Alkmaar zijn gaan wonen, zich binnen acht dagen moeten melden op het politiebureau. Ook op deze dag wordt het Joodse Alkmaarders verboden lid te zijn of te worden van de Luchtbeschermingsdienst. Degene die lid zijn worden per direct ontslagen.

10 juli  

De politie neemt op negen adressen van Joodse ingezetenen de radiotoestellen, enkele luidsprekers, een pickup en grammofoonplaten in beslag vanwege een vermoeden van overtreden van het luisterverbod. De vordering van radiotoestellen onder Alkmaarse Joden wordt op 15 juli herhaald.

6 oktober  

Joden wordt verboden in overheidsdienst te treden en Joden die al in dienst zijn mogen niet bevorderd worden (Verordening 108/1940). Het gevolg in Alkmaar is dat op het Murmellius Gymnasium drie Joodse leerkrachten worden ontslagen: Rector J. Hemelrijk en de docenten dr. Kukenheim (frans en oude talen) en dr. Van Amerongen (engels). Ook op de Rijks HBS aan de Paardenmarkt wordt de leerkracht J. Mossel (wiskunde) ontslagen. De directeur J. Massink - die getrouwd is met een Joodse - wordt voor de keuze gesteld: of scheiden van zijn vrouw of ontslag. Hij kiest voor het laatste. Verder moeten enkele Joodse winkeliers en een Advocatenpraktijk de zaak sluiten; andere Joodse burgers worden verwijderd uit openbare functies zoals bij de Kamer van Koophandel en de Openbare Bibliotheek.

1941

10 februari

Alkmaarse Joodse inwoners en in Alkmaar verblijvende Joodse evacués uit Den Helder moeten zich (tegen betaling van 1 gulden) bij de Afdeling Bevolking laten registreren. Namen worden doorgegeven aan de SD en hun persoonskaart krijgt een “ruitertje”.

Bron: Kaddiesj  voorJoods Alkmaar, Historische Vereniging Alkmaar

22/23 februari

22 en 23 februari vinden de eerste razzia in de Amsterdamse Jodenbuurt plaats, waarbij 425 mannen worden opgepakt en naar het barakkenkamp in Schoorl gebracht waarna korte tijd later transport volgt direct via station Alkmaar naar de concentratiekampen Mauthausen in Oostenrijk en Buchenwald in Duitsland.

Foto kamp Schoorl

Bron: kamp-schoorl.nl

22 april

Joodse burgers die nog een radio bezitten, moeten hun toestel vóór 30 april inleveren.

31 mei

Zwembaden, parken, plantsoenen en openbare lokalen in Alkmaar worden voor Joden verboden verklaard. 

Bordjes zoals hiernaast afgebeeld worden er in totaal 56 aangebracht bij de ingangen van parken en plantsoenen:

Dit betfreffende bordje is in 2017 gevonden in de kelder van een pand aan de Wilhelminalaan en is aan de Stichting Alkmaar 40-45 geschonken.

Een bordje uit Alkmaar; schenking aan de Stichting Alkmaar '40-'45.

3 juli

Joodse persoonsbewijzen worden met een “J” gemerkt. 

16 augustus

Schoolleidingen wordt opgedragen “leerlingen van Joodse bloede” van school te verwijderen.

Hiernaast een brief van de directeur van de rijks-HBS met de opgave van de Joodse leerlingen, september 1941 aan de secretaris van de gemeente Alkmaar. De leerlingen die worden opgegeven zijn:

Sally en Elias overleven de oorlog door onderduik, Marjan komt om in Auschwitz.

Bijgevoegd een schoolfoto van Marjan Drukker.


Bron: Kaddiesj voor Joods Alkmaar, Historische Vereniging Alkmaar

1 september

Salomon Emanuel Leeuw sticht in Alkmaar een bijzondere school voor Joodse leerlingen.

Oktober

Maatregel uitgevaardigd die bepaalt dat het niet-Joden verboden is te werken in huishoudens van Joodse gezinnen. 

1942

15 januari

Aankondiging dat alle huizen van Joden zullen worden gevorderd en de inboedel door de SD en de Alkmaarse politie zal worden geïnventariseerd. 

27 februari

De politie pakt zonder opgaaf van reden twee Joodse Alkmaarders op. Een wordt later vrijgelaten, de ander wordt op transport gesteld naar vernietigingskamp Auschwitz in Polen en sterft daar in augustus.

30 februari

De bezetter verstoort de godsdienstoefening in de synagoge in de Hofstraat. Het gebouw wordt ontruimd, verzegeld en later verbeurd verklaard. 

3 maart

Het zegel van de synagoge wordt tijdelijk verbroken om de Joodse ingezetenen mededeling te doen van het Duitse bevel om Alkmaar op 5 maart 1942 te verlaten. De Duitse bezetter heeft de Joodse Raad te Amsterdam opdracht gegeven alle Joodse inwoners van Alkmaar in te lichten dat ze hun stad moeten verlaten met achterlating van alles wat ze bezitten. Bestemming: Amsterdam. Niet iedereen valt in de categorie om gedwongen te vertrekken. Joden met een eigen zaak mochten nog blijven, zij die ziek zijn of getrouwd met niet-joden zijn ook vrijgesteld. 


Brief van de Joodsche Raad voor Amsterdam  gedateerd 3 maart 1942 die de deportatie van de Joodsche bevolking van Alkmaar naar Amsterdam aankondigd.

Bron: Regionaal Archief Alkmaar
Brief Joodsche Raad.pdf

5 maart

Uittocht van Joodse stadsgenoten naar Amsterdam. Van de 213 geregistreerde Alkmaarse Joden vertrekken er die dag 178. Gemengd gehuwden en zieken blijven voorlopig achter. Anderen hebben Alkmaar al eerder verlaten. 

De dag van vertrek: die dag wacht men thuis op de politie die alle sleutels inneemt. Daarna met alleen wat kleine bagage naar het station om zelf een treinkaartje naar Amsterdam te kopen. Onder doodse stilte stappen de Joden in de wachtende trein die kort daarop vertrekt. Een handjevol Alkmaarders kwam naar het station om afscheid te nemen. Onder wie mevrouw Van Kinschot, de echtgenote van de op 7 februari 1941 ontslagen burgemeester van Alkmaar, jonkheer François Henri van Kinschot, een aantal voorgangers van plaatselijke kerken en de schoonouders van Mark van Rossum du Chattel. Bob van Amerongen beschreef het afscheid in zijn dagboek en heeft het over ‘de treurige club van bedroefde en huilende joden’. 

Het politierapport vermeldt dat alles in goede orde is verlopen, zonder verzet. Dit is het begin van een tocht die voor velen naar het einde leidt, en tevens het einde van bijna 350 jaar joodse geschiedenis in Alkmaar. Het merendeel van hen die deze dag de stad moeten verlaten zal de oorlog niet overleven. Slechts een enkeling keert terug. Het einde van de joodse gemeenschap in Alkmaar is een feit. 

Deportatielijst Alkmaar.pdf

Deportatie-lijst van Alkmaar

Bron: Regionaal Archief Alkmaar

22 april

De Joodse gemeenschap in Schoorl krijgt bevel naar Amsterdam te vertrekken via het treinstation van Alkmaar.

1 mei

Iedere Jood van zes jaar en ouder moet een Jodenster dragen. De meeste Joodse inwoners hebben Alkmaar inmiddels verlaten. De achterblijvers die een Jodenster moeten dragen zijn met niet-Joden getrouwd.

10 juli

De in Amsterdam bijeengedreven Joden worden groep voor groep overgebracht naar het verzamelkamp Westerbork in Drenthe.

15 juli

De eerste transporten verlaten Westerbork naar de vernietigingskampen Sobibor en Auschwitz.

28 juli

De drie in Alkmaar achtergebleven Joden wordt bevolen vóór 1 augustus naar Amsterdam te vertrekken. 

9 augustus

De Duitsers maken bekend dat ondergedoken Joden bij ontdekking rechtstreeks naar het concentratiekamp Mauthausen worden gestuurd. Officieel zijn er na medio 1942 geen joden meer in Alkmaar.

december

De uitvoering van de Matthëus passion van Bach in de grote kerk gaat niet door omdat de kerkeraad weigert aan de kerkdeur een bord op te hangen met het opschrift “Voor Joden verboden”.

1943

16 februari

Rechtszaak tegen drie Alkmaarders die een Joodse Alkmaarder voor tienduizenden guldens hebben opgelicht. Zij zouden hebben gezegd hem en zijn gezin naar Zwitserland te zullen brengen. De daders worden minimaal gestraft.

27 maart

Aanslag op het bevolkingsregister van Amsterdam, die er op is gericht de deportatie van Joden te bemoeilijken. 

10 april

Joodse personen mogen met ingang van 10 april alleen nog in Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht verblijven.

14 mei

Twee Joodse vrouwen, waarschijnlijk ondergedoken in de Schermer, worden ingesloten op het Alkmaars politiebureau. De volgende dag worden ze op transport gesteld.

19 mei

Door verraad wordt in de Trompstraat in Alkmaar de Joodse vrouw Rachel Davidson gearresteerd. Zij gaat op 29 juni op transport naar Sobibor; niemand van dat transport overleefd de oorlog. Dirk Bakker, bij wie Rachel ondergedoken zat, zit eerst drie weken in de Weteringschans-gevangenis, dan twee maanden in Kamp Amersfoort en daarna acht maanden in Kamp Vught. Hij overleeft de oorlog. 

24 mei

Bij een inval door de Duitse bezetter in het woonwagenkamp aan de Noorderkade worden drie bewoners opgepakt, die waarschijnlijk in Auschwitz zijn omgebracht. Woonwagenbewoners werden door de bezetter gezien als zigeuners.

22 juli

In Alkmaar verschijnt voor het eerst het illegale blad ROBU. Mede-initiatiefnemers zijn het ondergedoken Joodse echtpaar J. Tas en E. Tas-Callo. Zie ook ondergrondse bladen en  Kadaster Alkmaar.

16 augustus

Het vak Hebreeuws aan het Murmellius Gymnasium wordt, op last van de NSB-burgemeester Van der Sluijs, opgeheven.

14 oktober

Het in de Boezemsingel, Schermereiland, ondergedoken Joodse echtpaar en hun twee kinderen worden aangehouden. Zij komen om in het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau.

13 december

Een ondergedoken invalide Joodse vrouw, Louise Snitslaar, wordt in een woning aan de Westerweg aangehouden. Zij is in Auschwitz vermoord.

1944

13 april

Josephus Meij en Rebecca Meij-Paur‏‎ worden in een huis op de Kooltuin 15 door de SD opgepakt. Zij overleven de oorlog.

april

De in Bergen ondergedoken Joodse Alkmaarder Hein Elte wordt gearresteerd. Hij overleeft Auschwitz en keert na de oorlog terug naar Alkmaar. 

17 mei

Grote razzia te Warmenhuizen. Een ondergedoken Joods echtpaar en hun dochtertje worden na verraad opgepakt.

Overdenking

Van de 213 Joodse Alkmaarders worden er 133 omgebracht in de Duitse vernietigingskampen om het leven. Een aantal van hen heeft de oorlog weten te overleven door te vluchten naar een neutraal land of door onder te duiken. Het Alkmaarse verzet heeft veel moeite gedaan om verscheidene Joden aan onderduikadressen te helpen, maar door verraad zijn enkele van hen alsnog op transport gezet. 

Slechts weinige Joodse stadgenoten overleven de kampen. Zij die bevrijd zijn uit Westerbork zijn Abraham Elzas  en Juda Barend van Amerongen. Louis Frankenberg, Marianne Menist-Ansel en dochter Betty Judith, Max Vlessing, en Benjamin Kuyper zijn nog in leven in Theresienstadt als de nazi's op 3 mei 1945 de controle overdroegen aan het Rode Kruis en het op 8 mei officieel werd bevrijd door het Rode Leger. Zij zitten in de groep van 19.000 gevangenen die dan nog in leven zijn.  De in mei 1944 in Bergen opgepakte Alkmaarder Hein Elte overleeft Auschwitz en keert als enige overlevende van een vernietigingskamp terug naar Alkmaar. 

Onderstaande figuur geeft een overzicht van de moord van de Alkmaarse Joden door de jaren '40-'45. Elke pixel stelt een individu voor.

Naast de Joodse medemens werden ook Roma en Sinti opgepakt en vermoord, als ook politieke gevangenen, homoseksuelen en Jehova getuigen. Voor Alkmaar is bekend dat op 24 mei 1943 in het woonwagenkamp aan de Noorderkade drie bewoners werden opgepakt die waarschijnlijk in Auschwitz zijn omgebracht. De nazi’s beschouwden woonwagenbewoners als zigeuners. Op 25 juni 1941 arresteerde de Alkmaarse politie in opdracht van de Sicherheitsdienst 47 linkse Alkmaarders die in het internerings- en concentratiekamp Schoorl werden opgesloten en waarvan 24 in concentratiekampen zijn omgekomen.