64) Trompstraat 44

Rachel Davidson is de oudste dochter van Meijer Davidson (1 september 1873 Beverwijk, overleden ‎31 augustus 1942 Auschwitz)‏‎‎, zoon van Mozes Levie Davidson en Antje Mozes Davidson‏. Gehuwd ‎23 maart 1899 Amsterdam, met: Hanna De la Caranca‏‎‎, dochter van Jacob Haim De la Carança en Rachel da Costa Senior‏ (‎26 april 1874 Amsterdam, overleden ‎31 augustus 1942 Auschwitz). Meijer Davidson en Hanna de la Caranca zijn weggevoerd vanuit de Kruisstraat 43 in Haarlem.

Kinderen:

1. Rachel Davidson‎. Geboren ‎2 jul i1899 Amsterdam, overleden ‎2 juli 1943 Sobibor. Beroep: boekhoudster. Nooit getrouwd.

2. Daatje Davidson‏‎‎ gehuwd met ‎Simon Goudeket. Geboren ‎30 november 1902 Amsterdam, overleden ‎13 november 1942 Auschwitz. Beroep: beddenstikster.

3. Jacob Davidson‎. Geboren ‎4 februari 1906 Amsterdam, overleden ‎6 september 1906 Amsterdam.

4. Haim Davidson‎. Geboren ‎12 juli 1908 Amsterdam, overleden ‎10 juli 1909 Amsterdam.

5. Rosa Davidson‏‎‎ 1e huwelijk (gescheiden) met ‎Salomon de Wilde‎, 2e huwelijk met ‎Jack Levit. Geboren ‎15 juni 1913 Amsterdam, overleden ‎30 april 1943 Sobibor. Beroepen: kantoorbediende, filiaalhoudster.

6. Mirjam Davidson‎ gehuwd met ‎Maurits Leuw. Geboren ‎15 juni 1913 Amsterdam, overleden ‎24 september 1942 Auschwitz.

Rachel is ondergedoken bij Dirk Bakker in de Trompstraat 44. Zij wordt verraden en gearresteerd. Rachel staat op de transportlijst van 29 juni 1943 naar Sobibor, waarvan niemand overleeft. Rachel is de zus van Daatje Goudeket-Davidson van de Zilverstraat 8.

In februari 1943 komt de 43-jarige Rachel Davidson uit Amsterdam als “hulp in de huishouding” bij de Bakkers in huis. Haar verblijf in de buurt blijft niet onopgemerkt, en het gerucht verspreidt zich snel “dat de Bakkers een Jodin in huis hebben”. Via een tipgever bereikt dit ook agent Ten B. Op woensdag 19 mei 1943, 23.15 uur, verschijnen 2 politiemannen in de Trompstraat. Zij arresteren Dirk Bakker “ter zake het verbergen van een Jodin” en Rachel Davidson “ter zake van onderduiken”. De arrestanten worden overgeleverd aan de SD in Amsterdam. Dirk Bakker zit eerst drie weken in de Weteringschans-gevangenis, twee maanden in Kamp Amersfoort en acht maanden in Kamp Vught. Rachel Davidson wordt op transport gesteld. Het gedenkboek In Memoriam, waarin de namen van de ruim 100.000 Joodse Nederlanders die in de oorlog om het leven zijn gebracht, vermeldt dat zij op 2 juli 1943 in het Poolse vernietigingskamp Sobibor is vermoord. Rachel's naam staat op de plaquette in de hal van de synagoge aan de Hofstraat, als één van de 150 uit Alkmaar weggevoerde Joden die nooit meer zijn teruggekomen. Na zijn vrijlating kan Dirk Bakker zich nauwelijks bedwingen de verrader op te sporen. In mei 1945 krijgt hij geen gehoor op het politiebureau. Later wel bij de Politieke Opsporingsdienst die hierop een 45-jarige bewoner uit de Trompstraat arresteert. Hij wordt ervan verdacht agent Ten B. over de onderduik te hebben getipt. De verdachte wordt opgesloten in het interneringskamp Rochdale aan het Dr. Schaepmanplein. In april 1947 staat de man voor het Bijzonder Gerechtshof Amsterdam. Voor het tribunaal verklaart hij uit angst te hebben gehandeld. Alle bewoners van de Trompstraat zouden gevaar lopen. De President van het Hof noemt de verklaring van de licht labiele verdachte misselijkmakend. De eis is tien jaar cel; het Hof veroordeeld hem veertien dagen later tot zeven jaar.