Jan Verweel & Klaas Verweel & Barbara Verweel

Op 10 december 1972 erkende Yad Vashem Jan Verweel, zijn broer Klaas Verweel en zijn zus Barbara Verweel als Rechtvaardigen onder de Volkeren

Barbara Verweel

Bron: familie Leijen, St. Pancras
Klaas Verweel
Bron: J.D. van Arkelschool



Jan Verweel (1902-1973), tuinder, zus Barbara (1908-1974) leraar op de plaatselijke christelijke school en broer Klaas (1912-1996) leraar op de J.D. van Arkelschool in Broek op Langedijk, woonden in een klein huis aan de Bovenweg in St. Pancras. Hun huis bestond uit twee kleine kamers en een keuken op de begane grond, op de tweede verdieping twee slaapkamers gescheiden door een overloop zonder ramen.

Het huis was nauwelijks groot genoeg om de twee broers en zus te huisvesten, maar toch verwelkomden ze begin juli 1943 de 55-jarige Sofia Sjefarnatz (Sophie) Spijer-Vorst (1890-1986) en lieten haar bij hen wonen tot de bevrijding twee jaar later. De broers en zus vertelden hun omgeving dat de vrouw hun huishoudster was en omdat ze geen joodse uitstraling had, werd het verhaal geloofd. De Verweels behandelden Sophie altijd attent en probeerden haar te sparen voor de meest vervelende huishoudelijke taken, zij verontschuldigden zich zelfs voor het feit dat ze haar zo'n laag loon uitbetaalden. Gedurende de laatste zes maanden van de oorlog verborgen de Verweels ook de dochter van Sophie en Hartog, Elizabeth Katerina Elleke Spijer (1924-1973), in hun huis.

Jan, Barbara en Klaas hebben de onderduikers geholpen zonder ooit een financiële vergoeding te hebben verlangd.

Tijdens de onderduik van Sophie vond ook haar echtgenoot, Hartog Spijer, 1885-1944, daar tien weken onderdak. Hartog had rechten gestudeerd en hij behaalde zijn titel als meester in de rechten. In Amsterdam werkte hij als ambtenaar op de gemeentesecretarie.

Toen Hartog zich niet meer in Sint Pancras veilig voelde is hij door de illegaliteit overgebracht naar het onderduikerskamp in de Soerelse bossen tussen Nunspeet en Vierhouten, het zogenoemde “Pas-Op-kamp”, waar gemiddeld ruim 80 personen zaten ondergedoken (joden, studenten, bemanningsleden van geallieerde vliegtuigen, een Rus, een gedeserteerde Duitser en verzetsmensen).

Jan Verweel

Bron: familie Leijen, St. Pancras

Het huis van de familie Verweel

Bron: familie Leijen, St. Pancras

Hartog Spijer

Bron: 75jaarvrijheid.nl

Twee SS-ers van de Landstorm Nederland, een Nederlander en een Duitser, die aan het jagen waren, ontdekten het verscholen dorp bij toeval, zondagavond 29 oktober 1944. Zij vingen geluiden op van personen die aan het zagen en houtkappen waren en zagen een jongen die het terrein overstak. Ze ondervroegen hem, waarna zij versterking gingen halen.

De meeste van de bewoners, 87 Joodse onderduikers en 15 geallieerde vliegtuigbemanningsleden, slaagden erin om in het donker te ontkomen. Behalve acht Joden en 1 Duitse deserteur; zij werden opgepakt waaronder ook Hartog Spijer. Twee Joden werden vrijwel meteen geëxecuteerd. De andere zes, waaronder Hartog, werden door de nazi’s op 31 oktober 1944 vermoord nabij het Verscholen Dorp.
Hartog zou op 30 oktober, de dag na de ontdekking van het kamp, in het ziekenhuis van Ermelo worden geopereerd aan een maagzweer.

Zijn vrouw Sophie en ook hun twee kinderen Elizabeth Katerina Elleke Spijer en Herbert Willem Spijer, overleven de oorlog.

1 van de 2 gedenkstenen bij het verborgen dorp bij Vierhouten.

Bron: oorlogsgravenstichting.nl

Reproductie van 1 van de schuilhutten in het Verborgen Dorp.

De dag van de ontdekking van het ondergrondse dorp eind oktober 1944

De Joodse jongen, die twee op wild jagende Landstormers tegen het lijf loopt, Eddie Bloemgarten, vertelt: “Er waren twee SS-kerels, een Duitser en een Hollander. Ze horen mensen houthakken en zien mij uit het bos komen met een emmer water. Voor ik iets kon zeggen had ik een geweer tegen mijn borstkas en op mijn rug! De Hollander zei: Wat doe je met die emmer? Ik zei tegen de Duitser: Water voor de bloemen”. Eddie spreekt consequent alleen de Duitser aan. Die vraagt wat hij daar doet. “Ik zei: ik geef voedsel aan mijn grote broer die in de illegaliteit zit.” Die moeten ze hebben, zegt de Duitser. “Weet nog niet waarom ik het zei, schiet maar dan komen ze er wel uit, en inderdaad schoten ze ettelijke malen met hun geweren in de lucht, waarmee iedereen gealarmeerd was.”

Eddie Bloemgarten heeft, met zijn broer Salvador, ook in Alkmaar in onderduik gezeten. Zie: Wim Roos & Annie Cornelisse.

Na de ontdekking werden acht Joodse onderduikers en de Duitse deserteur "Peter" opgepakt en opgesloten in de kelder van ‘De Paasheuvel’, het voormalige kamphuis van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) aan ’t Fusselt bij Vierhouten, dat toen als onderkomen diende voor de SS.

De deserteur "Peter" zei tegen de Landstormers dat hij in het kamp gevangen werd gehouden. Maar hij werd niet geloofd. Hij werd onder begeleiding van een man te voet naar Harderwijk gebracht, maar wist onderweg te vluchten. Hij kreeg vervolgens van het verzet nieuwe papieren en gaf nog instructies als wapenmeester in een schietkelder van het verzet in Oldebroek. Hij werd daar op 15 april 1945 bevrijd.

Onder de Joodse gevangenen waren ook Arend Samuel Meijers en zijn zoon John Roedolf Meijers: Na twee verschrikkelijke nachten verscheen op 31-10-1944 ’s morgens vroeg een executiecommando om de gevangenen terecht te stellen. Aan de voet van de Paasheuvel werden al twee gevangenen gefusilleerd. Twee anderen probeerden te ontsnappen, één werd ‘auf der Flucht erschossen’, de ander, Arend Meijers, keerde vrijwillig terug omdat hij zijn zoontje hoorde schreeuwen.

Tenslotte moesten de Joodse onderduikers in het bos aan de Tongerenseweg te Vierhouten een kuil graven waarin ze – na te zijn vermoord – werden begraven. De gefusilleerden:

  • Arend Samuel Meijers en zijn zoon John Roedolf Meijers

  • Het gezin De Leeuw uit Almelo: de Joodse slager Arend de Leeuw (1886 Stad Almelo), zijn vrouw Louise Mathilde de Leeuw-Weijl (1894 Oldenzaal) en hun zoon Johan de Leeuw (1915 Almelo)

  • Hartog Spijer (1885 Amsterdam)

  • Het echtpaar Marcus Gompes (1870 Frankfurt am Main) en Kaatje Gompes-Schoonhoed (1878 Arnhem).


Bron: verscholendorpvierhouten.nl