83) Bisschop Bottemannestraat 40

Edmond (Eddie ) Bloemgarten

* ??-??-1928 - overlevende onderduik

Salvador Bloemgarten

* 11-10-1924 - overlevende onderduik

Salvador (Henk) Hertog

* 22-08-1901 - overlevende onderduik

Tirtsa Geertruida (Truusje) van Amerongen

* 19-02-1921 - overlevende onderduik

Jannie van Tijn

* ??-??-???? - overlevende onderduik

Gina (achternaam onbekend)

* ??-??-???? - overlevende onderduik

De vriendinnen Tirtsa van Amerongen en Tina Strobos in 1938

Bron: ellenlandweber.com

De kinderen Bloemgarten, van links naar rechts Rudi, Eddie, Hetty en Salvador

Bron: www.groene.nl

Wim Roos (1909-1981) en Annie Christina Roos-Cornelisse (1915-1994) kwamen uit een orthodox gereformeerde familie en waren in de oorlog lid geworden van de Landelijke Onderduikorganisatie (LO). Bij zijn aanmelding zei Wim geen wapens te willen gebruiken. Dat vond hij te gevaarlijk. Maar er werden wel bonkaarten gestolen om onderduikers aan eten te helpen. Annie Roos maakte enorme fietstochten om aan eten te komen. "Een keer", vertelt dochter Ankie Mulder-Roos, "viel ze flauw vlak voor het politiebureau in Alkmaar. Gek genoeg hielp de Wehrmacht haar met een kop koffie weer op de been, en mocht ze zelfs de zak met aardappelen houden."

In het huis van Wim Roos en Annie Christina Roos-Cornelisse in Alkmaar, Bisschop Bottemannestraat 40, waren tijdens de oorlog Joodse onderduikers. Wim en Annie wisten nooit de namen van de joden die ze onderdak gaven. Omdat ze NSB'ers als buren hadden, werden de haren van de onderduikers die lang bleven, zoals 'tante Jannie' (Jannie van Tijn) en 'tante Gina' (echte naam onbekend), geblondeerd en werd gezegd dat het vluchtelingen uit het oosten van het land waren. "De NSB-mevrouw naast ons dreigde met verraad als mijn moeder niet de gezamenlijke put schoonmaakte", zegt Ankie Mulder, een van de vijf kinderen van Wim en Annie Roos. Bewoners waren onder meer Eddie en Salvador Bloemgarten, schrijver Salvador (Henk) Hertog en Tirtsa Geertruida (Truusje) van Amerongen. Laatstgenoemde was de vriendin van de in 2012 overleden verzetsstrijder Tina Strobos.

Salvador Bloemgarten had nog tijdens zijn verblijf in de Joodse Wijk in Amsterdam enige tijd les in de Klassieke Talen gehad van Jaap Hemelrijk, die na zijn ontslag op het Murmellius op het Joods Lyceum in Amsterdam les ging geven. Eddie en Salvador hebben ook nog in een onderduikkamp in de bossen bij Vierhouten gezeten, welke uiteindelijk is ontdekt. Ze zijn de oorlog doorgekomen van het ene naar het andere onderduikadres. op 13 april 1944 zijn beide broers bevrijd op hun laatste onderduikadres bij de katholieke boer Toon Santing in Hengforden bij Olst. Hun broer Rudi nam op 27 maart 1943 deel aan de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister, werd opgepakt en gefusilleerd.

Salvador Hertog, Nederlands prozaschrijver en vertaler (1901–1989). Hertog stamt uit een orthodox joodse familie. Hij studeerde rechten en wijsbegeerte in Amsterdam, maar onderbrak zijn studie om te gaan reizen. Hij werkte vervolgens als vertaler van Frans, Fins en Engels letterkundig werk en publiceerde in een reeks van tijdschriften. In 1936 debuteerde Hertog als prozaïst met de schippersroman De wilde schuit. Na WO2 publiceerde hij het spionageverhaal Testament in code (1950). Daarna schreef hij novellen in De rode deken (1965) en een kleine roman, De kleinkornelkes (1968), waarin hij zijn jeugdervaringen met ironische distantie en fantasie beschrijft. Een groot deel van zijn eerder verschenen proza verzamelde hij in Onwaarschijnlijk bestaan (1975).

Tritsa van Amerongen vertrekt voorjaar 1944 weer naar Amsterdam omdat ze genoeg had van het onderduiken. Tegen die tijd had ze de beste PB vervalsingen die er te krijgen waren en had ze een fictieve hele geschiedenis gememoriseerd; waar ze vandaan kwam en wie haar familie was. Er waren zelfs copieen van haar PB geregistreerd in het gemeentehuis. Ze betrok, samen met Bram Pais, haar zus Jeanne en Lion Nordheim, een appartement in Amsterdam. In februari 1945 werden ze verraden van een ex-vriendin van Bram Pais en door de Gestapo gearresteerd. Haar vriendin Tina Strobos heeft haar, samen met haar zus, binnen 1 week weer vrij gekregen vanwege de goede vervalsingen en het solide verzonnen verhaal.

Voor en door joodse onderduikers werden op het onderduikadres gedichten voorgedragen, muziek gespeeld en culturele manifestaties georganiseerd. Dit werd bezocht door onderduikers uit de hele stad. Zo doodden de onderduikers hun tijd. "Een tijdje hadden we een zeer Joods uitziende jongen in huis. Hij moest op zolder blijven, waar hij de hele tijd calvinistische boeken las. Uiteindelijk werd hij een beetje gek en ging 's nachts op straat zwerven. Dat was levensgevaarlijk. Mijn man Wim is heel stiekem met de jongen naar een boekhandel gegaan en heeft daar gekocht wat hij wel wilde lezen. Daarna was hij veel rustiger", vertelde Annie Roos een keer aan haar neef John Bruyn die de familiegeschiedenis optekende.

Naar verloop van tijd werd Annie echter zo bang dat ze van de spanning dreigde weg te lopen. "Wim hield mij tegen en gaf mij een klap - de enige klap die hij ooit heeft gegeven - en zei: 'Hier blijven.' Twee Joodse vrouwen stonden in de keuken te huilen, want ze dachten - dit is het einde, nu moeten we weg want we waren altijd aardig voor elkaar en dan ineens die uitbarsting. Wim zei: 'Jouw leven is niet belangrijker dan hun leven, dus je moet hier blijven', vertelde Annie.

Op 14 april 2015, erkende Yad Vashem Willem Roos en zijn vrouw, Anna Roos-Cornelisse, als Rechtvaardigen onder de Volkeren. Deze onderscheiding is aan beide postuum uitgereikt, omdat geen van de ondergedoken Joden die had aangevraagd.


Bron: Yad Vashem ; Volkskrant, Peter de Waard, 7 maart 2017