56) Julianastraat 5

Levie Trijbetz

* 20-05-1881 Alkmaar - overlevende onderduik

Rosalchen Trijbetz-Jakob

* 05-09-1876 Goddelsheim - overlevende onderduik

Marianne Trijbetz

* 18-12-1907 Alkmaar - overlevende onderduik

Isidor Bob Trijbetz

* 05-10-1918 Alkmaar - overlevende onderduik

Levie Trijbetz‏‎‎, zoon van Joseph Trijbetz en Marianna Bonn‏, is geboren op ‎20 mei 1881 te Alkmaar. Hij is koopman in reclameartikelen en voorzitter van de Joodse Gemeente Alkmaar. Hij trouwt op ‎26 februari 1906 in Gelsenkirchen met de uit het Duitse Goddelsheim afkomstige Rosalchen Jakob. Rosalchen Jakob‏ is een dochter van Seelig Jakob en Rickchen Wolfstein‏. en is geboren op ‎5 september 1876 in Goddelsheim. Het echtpaar gaat aan de Langestraat in Alkmaar wonen. Daar worden hun drie kinderen geboren: Siegfried, Marianne en Isidor Bob. Later verhuizen ze naar de Julianastraat 5.

Siegfried Trijbetz‏‎ is gehuwd met ‎Ada Dassi. Ook bekend als Frits Trijbetz, geboren op 26 december 1906 Alkmaar, overleden op 16 juli 1943 Sobibor. Beroepen: winkelbediende manufacturen, ‎1941: koopman in papierwaren. Woonplaats: tussen 28 april 1925 en 27 januari 1928 Amsterdam. Zie ook Rozenstraat 24.

Marianne Trijbetz‏‎ is gehuwd met ‎Bernard Blomhoff. Geboren op ‎18 december 1907 Alkmaar, overleden op ‎13 mei 1997 Eindhoven.

Isidor Trijbetz‏‎ heeft relatie met ‎Adeline Betty Straus. Ook bekend als Bob Trijbetz, geboren op ‎5 oktober 1918 Alkmaar, overleden op ‎16 februari 1993 Alkmaar, Beroep: winkelier herenmode.

Levie, Rosalchen en hun kinderen Isodor Bob en Marianne overleven door onderduik. Zoon Siegfried wordt wel opgepakt en vermoord in Sobibor, zie Rozenstraat 24.

Na hun deportatie vanuit Alkmaar naar Amsterdam op 5 maart 1942, weet Isodor Bob per fiets Amsterdam te ontsnappen naar Zaandam. Hij duikt onder in Heerhugowaard, op de boerderij van Klaas Vader, die daar woont met zijn vrouw Brechtje, dochter Wijnie en zoon Piet. Ook de grootouders Jan Vader en Aaltje Vader-Smit wonen in Heerhugowaard. Later in 1943 komen Isodor Bob's vader en moeder, Levie en Rosalchen, ook in onderduik in Heerhugowaard. Op 21 maart 1943 krijgen ze allen vervalste persoonsbewijzen; Isodor Bob wordt Pieter Koster, Levie wordt Pieter Koster en Rosalchen wordt Selma Koster-Schmidt.

Er ontstaat dreiging om ontdekt te worden door de NSB, en na hierover te zijn getipt vluchten zij op 21 januari 1944 naar de boerderij van de grootouders, ook in Heerhugowaard. Op 3 februari 1944 keren ze terug naar de boerderij van Klaas Vader, ondanks zijn bezwaren vanwege de slechte gezondheid van zijn vrouw Brecht.

In 1944 horen ze van de deportatie van Siegfried Trijbetz‏‎ en zijn vrouw ‎Ada Dassi naar Polen. Ze moeten een tweede keer vluchten naar grootvaders boerderij vanwege NSB activiteiten, waarvan ze na een tijdje opnieuw terug moeten naar de boerderij van Klaas vanwege verraadgevaar door de buren. Later in 1944 moeten zij politiemensen omkopen, die achterdochtig zijn geworden. Maar ze weten de oorlog door te komen.

Voor hun hulp aan hun Joodse onderduikers zijn Klaas Vader en zijn vrouw Brechtje Vader-IJven, en de grootouders Jan Vader en Aaltje Vader-Smit, door Yad Vashem op 25 maart 2019, erkend als "Rechtvaardigen onder de Volkeren".

Isodor Bob heeft van zijn onderduik een dagboek bijgehouden, die spoedig op onze website te vinden zal zijn. Dit dagboek is in 2017 ook in de Engelse taal uitgebracht: The diary of Bob Trijbetz, 1942-'45.