30) Kennemerpark 12

Frans en Else woonden als Helderse evacués vanaf 22 januari 1941 in bij oma Cäcilie aan het Kennemerpark 12. Oma woonde hier al vanaf 1911. Zij was sinds 1936 weduwe van Louis Frankenberg. Frans grossierde in bakkerijartikelen en was plaatselijk hoofdvertegenwoordiger van de Joodse Raad.

Met de wegvoering van de Joodse Alkmaarders op 5 maart 1942 bleef het gezin buiten schot, Else lag in het ziekenhuis. Omstreeks half september 1942 duiken ze onder bij familie Boon in Schoorldam. Hierbij heeft de Alkmaarse verzetsman Willem Rivière bemiddeld. Beide kinderen gaan naar Haarlem. Daarna duiken Frans en Else onder bij Gjalt Veeninga aan de Boezemsingel 55 in Alkmaar op het Schermereiland. Op 23 april 1943 meld de politie het vermoeden van onderduik, waarop op 14 oktober 1943 huiszoeking volgt. Rechercheurs Paling en Vedder doen de huiszoeking en dragen hen over aan de SD in Amsterdam. Via de gevangenis aan de Weteringschans en de Hollandsche Schouwburg gaan Frans, Ada en de beide kinderen, die weer zijn verenigd met hun ouders, op 28 oktober 1943 naar Westerbork. Frans komt als strafgeval in barak 6. Ada en de kinderen komen eerst in barak 67. Later komt Ada als strafgeval in barak 81 en de beide kinderen in barak 35. Het hele gezin wordt op 8 februari 1944 gedeporteerd naar Auschwitz, waar Ada en de beide kinderen worden vermoord. Hans komt in Birkenau waar hij wordt vermoord.

Oma Cäcilie Frankenberg-Wolf was in Amsterdam ondergedoken ,samen met haar zoon Hans en schoondochter Gertrude (zie Emmastraat 54). Zij worden op 14 juli 1943 verraden en op 17 juli 1943 naar Westerbork gebracht. Op 20 juli 1943 volgt deportatie naar Sobibor waar Cäcilie met haar zoon en schoondochter op 23 juli 1943 worden vermoord.