Pieter Kleibroek & Adriana Kleibroek-Nannes, Nelie Kleibroek

Op 8 november 2011 erkende Yad Vashem Pieter Kleibroek, zijn vrouw Adriane Kleibroek-Nannes en hun dochter Nelie Kleibroek als Rechtvaardigen onder de Volkeren

De familie Drukker, vader Abraham, moeder Juliette en dochter Marianne, woonde in Alkmaar. Met de steeds toenemende anti-joodse maatregelen zoals bevolen door de Duitse bezetter, werd Marianne in september 1941 van haar openbare school gedwongen. Begin maart 1942 moesten de Drukkers, zoals de meeste Joden uit Alkmaar, naar Amsterdam verhuizen. Ze werden door Nelie Kleibroek geholpen hun spullen in te pakken en onder te brengen, hoewel dit door de Duitsers strikt verboden was, want alles moest in hun huis achterblijven. Nelie woonde met haar ouders op een kleine boerderij in het nabijgelegen Warmenhuizen; ze werkte als huishoudster bij de Drukkers om het gezinsinkomen van de familie Kleibroek aan te vullen.

Met het begin van de deportaties van de Nederlandse joden om “in het oosten te werken”, besloten de Drukkers niet op die bevelen te wachten en in plaats daarvan te proberen een schuilplaats te vinden.

Ze vestigden zich in een pension in het oosten van het land; echter al snel werd het daar duidelijk dat ze joods waren en moesten zij vertrekken. De Drukkers verhuisden naar Amsterdam, waar ze een kamer konden vinden voor hun drieën. Omdat de eigenaren van het appartement overdag niet thuis waren, moesten de Drukkers de hele dag heel stil zijn en wegblijven van het raam om niet te worden gezien. Na een aantal maanden in Amsterdam was de situatie niet langer houdbaar. Abraham Drukker slaagde erin contact op te nemen met Nelie Kleibroek voor hulp. Zij probeerde haar ouders te overtuigen om alle drie Drukkers op te nemen. Toen Pieter en Adriana Kleibroek, beiden in hun jaren zestig, hoorden over de hachelijke situatie van de familie Drukker, zeiden ze: "Als ze willen, laat ze dan komen", en dat gebeurde.

Abraham Drukker beschreef hun aankomst in zijn dagboek: "Ze gaven ons onmiddellijk te eten - veel en goed - we hadden veel eetlust na zo'n emotionele reis, maar ook omdat we niet meer gewend waren aan goed eten. Toen werden we uitgeput naar onze slaapvertrekken gebracht: we sliepen op zolder en onze dochter sliep bij Nelie de dochter in het huis.”

Het gezin Drukker als dochter Marjan rond de 14 jaar is. Deze foto is genomen tijdens de onderduik periode in Gelderland

Bron: Joodsmonument.nl

Persoonsbewijzen van Abraham en Juliette, links vervalst, rechts echt met "J"

Bron: Kaddiesj voor Joods Alkmaar, Historiche Vereniging Alkmaar

Pieter, Adriana en Nelie Kleibroek, de foto is van omstreeks 1933

Bron: warmenhuizeninoudefotos.nl

Nelie Kleibroek rond 1938

Bron: warmenhuizeninoudefotos.nl

De boerderij was erg klein. Er waren vier koeien, een kalf van een jaar oud, twee geiten en een kat. Het bestond uit een koeienstal, een woonkamer en een kleine kamer, zoals Drukker in zijn dagboek beschreef. De levensomstandigheden op de boerderij waren sober en het gezinsinkomen mager. Abraham Drukker kon, geholpen door enkele mensen die in zijn bedrijf hadden gewerkt, een bijdrage leveren voor de dagelijkse kosten.

De familie Drukker slaagden er al snel in om deel uit te maken van de familie Kleibroek en hielpen mee op de boerderij, waar de angst voor ontdekking altijd aanwezig was. Constante waakzaamheid en de Drukkers moesten zich niet buiten wagen of zich laten zien. Marianne kon natuurlijk niet naar school of contact hebben met kinderen van haar leeftijd.

Tegen het begin van 1944 werd het de Duitse autoriteiten duidelijk dat veel Joden zich in het gebied verstopten. Op 17 mei van dat jaar vielen ongeveer 700 Duitse troepen, bijgestaan ​​door beruchte Nederlandse "Joodse premiejagers", de regio binnen, inclusief de Kleibroek-boerderij. De Drukkers verstopten zich in de hooiberg, maar ze werden gevonden en gearresteerd; ook Pieter Kleibroek werd opgepakt. Abraham, Juliette en Marianne werden naar het doorgangskamp Westerbork gestuurd, vanwaar ze naar Theresienstadt werden gedeporteerd en vervolgens naar Auschwitz, waar zij oktober 1944 werden vermoord.

Pieter Kleibroek werd overgebracht naar het concentratiekamp Vught. Begin september 1944 gonzen geruchten over de op handen zijnde bevrijding door het kamp. Maar terwijl de gevangenen zich verheugen op hun snelle vrijlaten, treft de kampleiding koortsachtig maatregelen om het kamp geheel leeg te maken voordat de Geallieerden arriveren. Op 5 (Dolle Dinsdag) en 6 september 1944 worden alle gijzelaars uit het kamp vrijgelaten. Maar de politieke gevangenen worden in treinen geladen en afgevoerd. De vrouwen worden naar concentratiekamp Ravensbrück getransporteerd, de mannen naar concentratiekamp Sachsenhausen. Zo ook Pieter Kleibroek. In april 1945 werden de gevangen van dit kamp weer verplaatst. Adrianus Bruin, een medegevangene beschreef de dodenmars van Sachsenhausen naar Lübeck in april 1945. Hij schreef hoe Kleibroek op 21 april 1945 tijdens de mars was gestopt omdat hij niet verder kon lopen. "Nadat hij aan de kant van de weg ging liggen, zag ik dat een van de bewakers hem naderde, zijn revolver pakte en hem doodde met een schot in zijn nek."

Piet Kleibroek en Adriana Kleibroek-Nannes

Bron: warmenhuizeninoudefotos.nl

De boerderij van de familie Kleibroek, Westfriesedijk 60

Bron: warmenhuizeninoudefotos.nl