Cornelis Weststeijn & Hendrika Petronella Ganzevoort

Op 25 juni 1980 erkende Yad Vashem Cornelis Weststeijn en zijn vrouw Hendrika Petronella Weststeijn-Ganzevoort als Rechtvaardigen onder de Volkeren

Cornelis Weststeijn en Hendrika Petronella Ganzevoort waren op de dag van hun huwelijk in 1938, Bedum (Groningen), onderwijzer. Hendrika was in augustus 1938 geslaagd als lerares Hoogduitsche taal (lager onderwijs). Cornelis was van origine onderwijzer en werd na het behalen van een aantal actes, waaronder boekhouden en Duits, eerst leraar aan en vervolgens hoofd van een Mulo-school.

Jacques Zwaneweber (1919-2011), onderwijzer op een Joodse school in Winschoten, arriveerde in 1942 in het huis van de familie Weststeijn in Alkmaar. Jacques, 24 jaar en in september 1942 te Amsterdam gehuwd met Frouwke Cohen‏‎ (‎1921-2021), had contact met Cornelis en Hendrika via een christelijk Nederlandse groep en bleef bij hen tot de bevrijding. Hendrika (1909-1984) en Cornelis (1908-1970), die twee kinderen hadden, vonden het hun plicht om het leven van Jacques te helpen redden. Hij woonde twee en een half jaar op hun zolder aan de Van Houtenkade 29 in Alkmaar en kwam alleen naar beneden voor maaltijden als er geen gasten in het huis waren. Af en toe maakte hij een wandeling buiten, waarbij hij eenmaal werd aangehouden door de Grüne Polizei, maar hij wist arrestatie te voorkomen.

Frouwke Cohen‏, de vrouw van Jacques, verborg zich op een ander adres in de buurt en was betrokken bij illegale activiteiten zoals het vervalsen van documenten. Ze werd tijdens een treinreis opgepakt en naar Westerbork gestuurd, waar ze verbleef tot de bevrijding. Ondanks de angst dat Frouwke zou kunnen onthullen waar haar man, vrienden en familieleden waren, heeft de familie Weststeijn nooit aan Jacques gevraagd te vertrekken.

In plaats daarvan was het Cornelis die vertrok toen de situatie onzeker werd, omdat hij dacht dat het voor hem makkelijker en minder gevaarlijk zou zijn om een ​​andere woonomgeving te vinden dan het voor Jacques zou zijn.