Catharina Cecilia de Git

Henri de Vries bleef tot mei 1943 in Amsterdam. In die tijd waren er veel razzia’s en was het te gevaarlijk voor het gezin van Henri om daar nog langer te blijven. Hij nam contact op met mensen in het verzet om een schuilplaats voor zijn gezin te vinden. Zijn 14-jarige dochter, Josefine (Jos), werd overgebracht naar Cecile Hanedoes in Huizen, waar ook haar oom, Karel Poons, werd verborgen.
Later werd Jos door Cecile Hanedoes naar Catharina Cecilia (Toos) de Git (1919 Schermerhorn-2004 Alkmaar) en haar familie in Alkmaar gebracht. Gedreven door haar overtuiging dat mensen in nood moeten worden geholpen, verborg Toos het meisje ondanks alle risico's. Toos heeft nooit om betaling gevraagd.

Henri de Vries zat vanaf mei 1943 ondergedoken bij Jan Holwerda en (zijn ex-vrouw) Wietske Balsters in Groningen. In november 1943 moest Jos het onderduikadres in Alkmaar ontvluchten omdat het te gevaarlijk werd. Ze werd in Groningen verwelkomd door Jan en Wietske en hun zoon en dochter, die ook nog een andere Joodse familie verborgen die later zijn gearresteerd toen ze buitenshuis gingen. Jan was actief in het lokale verzet en in juli 1944 werd het huis door de Nederlandse politie doorzocht. Henri en Jos werden niet ontdekt, maar Jan werd gearresteerd en naar het concentratiekamp Vught gebracht, waar hij na enkele maanden weer werd vrijgelaten. Na de arrestatie van Jan waren Henri en Jos genoodzaakt een ander adres te vinden en ze werden juli 1944 ondergebracht bij Cees en Gerritje de Ronde in Amsterdam. Zij beide bleven daar tot het einde van de oorlog. Jos Serphos-de Vries emigreert na de oorlog naar Israël.