Oktober 1944 - Rustenburg

Dinsdag 10 oktober 1944 zendt Radio Oranje een code uit: "De aap is los", ten teken dat die nacht op het afwerpterrein LOBSTER in de Wogmeer een wapenzending kan worden verwacht. De Binnenlandse Strijdkrachten secties II en III onder leiding van Niek Waterdrinker, wachtmeester bij de Marechaussee en commandant van Schermerhorn, zijn aangewezen om de wapens in ontvangst te nemen, de toegangswegen en bruggen rondom LOBSTER in het oog te houden.

Die avond om 21:00 verzamelen de BS-secties zich in de woning van één van de politiemannen die de secties zal begeleiden, waarna de achttien man sterke ploeg zich per fiets naar de Wogmeer begeeft. Rond 22:30 arriveren ze daar. Na een mok Engelse koffie worden de posten ingenomen en installeert de lichtploeg van “de CAT” (Commandant Afwerp Terrein, Hil Schipper) zich met zijn seinlichten. Alles is gereed om de wapens in ontvangst te nemen.

Tussen 00:00 en 00:30 verschijnt het toestel. Het maakt twee cirkelbewegingen boven het afwerpterrein. Na een derde manoeuvre verdwijnt het vliegtuig in westelijke richting zonder zijn lading te hebben afgeworpen. Waarschijnlijk heeft de bemanning in de donkere regenachtige nacht de lichtbakens niet opgemerkt. Om 02:00 geeft de CAT het sein huiswaarts te keren.

De secties onder leiding van Niek Waterdrinker begeven zich per fiets in de richting van Rustenburg. Het is de gewoonte dat twee geüniformeerde politiemensen met een zaklantaarn de ploegen voorafgaan. Als er Duitsers of Landwachters gesignaleerd worden, wordt achterwaarts een lichtsein gegeven als teken van gevaar. Bij de Uitgang aan de noordrand van Rustenburg, die de Wogmeer met de Dorpsstraat van Rustenburg verbindt, stappen de beide politiemannen af. Hier gaat de ploeg zich splitsen. Enkelen moeten via de Rustenburgerbrug over de Schermervaart de Schermer in. Op het moment dat de mannen aanwijzingen krijgen over de te volgen weg, klinkt uit de richting van de brug geweervuur. De BS-ers vermoeden een troep Landwachters of Duitsers. Na het commando "verspreiden en dekken!" zoekt iedereen een goed heenkomen. Niek Waterdrinker zoekt dekking op een aan de overkant van de straat gelegen erf.

Na de bevrijding worden bij het doorbladeren van SD-archieven in Alkmaar verschillende rapporten aangetroffen. Enkele daarvan compleet met de naam van een verrader uit Sint Pancras. Deze blijkt, met twee anderen, ook betrokken te zijn geweest bij het verraad over het afwerpterrein voor wapens " Lobster" in de Wogmeer, die het drama bij Rustenburg tot gevolg heeft. Hij gaf inlichtingen door aan de beruchte commandant van de Alkmaarse Landwacht Schoenmaker in Alkmaar. Bij zijn berechting krijgt de verrader levenslang, maar na een paar jaar komt hij alweer vrij.

Niek Waterdrinker en een collega Marechaussee begeven zich naar de woning van Ad Paling, lid van het korps Waterpolitie, die samen met zijn collega Harry Heidekamp ook uit de Wogmeer is gekomen. Ze besluiten op onderzoek uit te gaan. De politiemannen Paling en Heidekamp gaan geüniformeerd de noordelijke kant van de Ringvaart affietsen. Waterdrinker en zijn collega de zuidelijke kant. De nachtpatrouilles ontmoeten elkaar op de Rustenburgerbrug. Niemand zal dat verdacht vinden.

De beide politiemannen zijn nauwelijks halfweg Ursem en Rustenburg of zij zien over de Rustenburgerweg de afgeschermde lichten van een auto aankomen. Zij weten niet dat het de transportploeg van de Gewestelijke Stormtroepen Sectie I onder leiding van Gerard Veldman is. De 10 man sterke ploeg is eerder bijeengekomen op boerderij Houtlust van Piet de Boer en zijn vrouw Trien de Boer-Stam, aan de Zuidervaart in Zuid-Schermer. De boerderij is voor het verzet ook een opslagplaats voor wapens en munitie. Een oude Ford vrachtwagen waarmee de in de omgeving gedropte wapens worden vervoerd staat permanent geparkeerd op Houtlust.

De vrachtauto van de transportploeg, die normaal precies om 04:00 uur vertrekt, vertrekt juist die nacht eerder. Om 03:30 verlaat zij Houtlust. De transportploeg gaat die nacht met de Ford gedropte wapens ophalen, maar is niet op de hoogte van het feit dat de dropping die nacht geen doorgang heeft gevonden. In de cabine zitten chauffeur Piet Wagenaar en bijrijder Gerard Veldman. Tussen de laadbak en de cabine staan Jaap Wagenaar en Jan Admiraal. Frans van der Zeijden, Jan Walter, Koos van der Berg, Piet Brunnekreeft en de in de Schermer ondergedoken Amerikaanse boordwerktuigkundige / -schutter Arthur F. Brown* liggen onder het zeil in de laadbak. Allen zijn met Stenguns bewapend. Eén lid van de transportploeg, Floor Niele, is achtergebleven op de boerderij om de munitie- en wapenopslagplaats te bewaken . Niele heeft hierbij hulp van de op de boerderij verblijvende onderduiker Johan de Jong.

*Brown is op 7 juli 1944 neergekomen met de B-17G 42-97983, in de buurt van Bobeldijk, nadat het in de lucht met een andere B-17G in aanraking is geweest. Van de bemanning van tien personen, vijf gedood en vier krijgsgevangen genomen, is hij de enige die weet te ontkomen.

Nietsvermoedend rijdt de transportploeg op de Rustenburgerbrug af waar Landwachters positie hebben gekozen. Het bruglicht staat op groen en alles lijkt veilig. Ook op het moment dat donkere figuren bij de brug chauffeur Piet Wagenaar met een rood licht tot stoppen sommeren, hebben de inzittenden nog geen idee van wat er gaat gebeuren. Zij denken dat hun eigen mannen het stopteken geven. Piet Wagenaar stopt de wagen, waarbij de motor afslaat. De ernst van de situatie wordt pas duidelijk als enkele donkere schimmen op de auto afkomen. Dan zien ze pas de vijandelijke uniformen. De mannen tussen de cabine en de laadbak richten hun automatische wapens op de vijand rond de vrachtwagen en die op de brug. Ook de Landwachters openen het vuur.

Niek Waterdrinker en zijn collega, die vanaf het talud van de Ringdijk zien wat er gebeurt, maken zich direct uit de voeten. Hun uniform lijkt erg op dat van de Duitsers, waardoor zij in het donker grote kans lopen door hun eigen mensen onder vuur genomen te worden. Zij keren naar Ursem terug en bereiken rond 05:00 uur commandopost “Koning” aan de Noordervaart.

Nadat het vuur op de vrachtwagen is geopend, laten Gerard Veldman en Piet Wagenaar zich elk aan een kant uit de auto vallen. Het vuurgevecht kost Gerard Veldman, de commandant van de transportploeg, direct het leven. Bij het verlaten van de cabine krijgt hij een kogel door het hoofd. Veldman draagt het lichtgekleurde windjack van Arthur Brown. Hij is dus een eenvoudig doelwit. Door het Amerikaanse windjack denken de Duitsers dat hij een Amerikaan is. Zijn stoffelijk overschot wordt later naar het lijkenhuisje in Ursem gebracht, waar hij als enige is begraven op de Algemene Begraafplaats.

Maar ook onder de Landwachters zijn slachtoffers. Dokter H. Cohen, huisarts in Hensbroek en later opgeroepen om hulp te verlenen, telt bij de brug in Rustenburg drie dode Landwachters.

Piet Wagenaar weet onder de auto door te kruipen en de berm van de dijk te bereiken. Uiteindelijk weet hij commandopost “Koning” aan de Noordervaart 115 te bereiken. Daar krijgen Piet Wagenaar en Jan Walter het advies naar een onderduikadres in de Beemster te gaan en daar de komende dagen te blijven.

De vrachtwagen wil niet starten en de mannen moeten te voet verder. Van de vijf mannen in de laadbak weten er vier te ontkomen, onder hen Arthur Brown. Ondanks het feit dat hij in de omgeving niet bekend is, weet hij toch om 08:15 “Koning” te bereiken. Eén van de mensen is dermate gewond geraakt dat hij in zijn schuilplaats, een rietkraag vlak bij de Rusterburgerbrug, buiten kennis is geraakt. Dit is Frans van der Zeijden, hij wordt later die ochtend gevonden en meegenomen door de Landwachters.

Gerardus Jacobus Veldman

Foto: oorlogsgravenstichting.nl

Frans van der Zeijden

Foto: eerebegraafplaatsbloemendaal.nl

Dirk de Boer

Foto: Verzet in West-Friesland mei 1991, Uitgeverij Pirola Schoorl

Floor Niele

Foto: Alkmaar 1940-1945, kroniek van de bezettingsjaren, J. van Baar

In die vroege ochtend van 11 oktober krijgen de Landwachters, geleid door van der Spek, hulp van zo’n honderd man Feldgendarmerie, onder commando van Lt. Knipschilt, uit Alkmaar. Ook aanwezig is een delegatie SD-ers onder leiding van Willy Lages uit Amsterdam.

De toegangswegen worden afgezet en de troepen nemen Rustenburg in bezit. Lages dreigt het dorpje plat te branden en tien gezaghebbende inwoners te fusilleren wanneer de terroristen niet voor het vallen van de avond gepakt zijn.

Om 05:30 komen Jan Admiraal en Henk Ranzijn aan op Houtlust. Zij komen van de commandopost “Koning”. Een compleet verslag van de gebeurtenissen kan niet gegeven worden, maar zij weten wel dat er twee slachtoffers zijn gevallen: Gerard Veldman en Frans van der Zeijden. Als ze geweten zouden hebben dat van der Zeijden nog in leven was, hadden zij zonder meer de boerderij verlaten.

Er wordt door de eigenaar van Houtlust Piet de Boer, zijn vrouw Trien, Admiraal, Ranzijn en de beide bewakers van de opslagplaats Niele en de Jong, besloten de verborgen wapens en munitie naar de gierkelder van Dirk Glijnis te vervoeren en op die manier alle sporen van illegale activiteiten uit te wissen. Met behulp van de tractor en de mestwagen van buurman Cor Over lukt het. Als deze klus er rond 08:00 op zit, vertrekken Ranzijn en Admiraal weer. Tegen 10:30 arriveren Piet Wagenaar en Jan Walter op Houtlust. Zij willen verslag doen wat er die nacht is gebeurd en ze komen hun fietsen ophalen.

Als zij Floor Niele zien schrikken zij. Maar het is al te laat. Minstens honderd man van het Commando Feldgendarmerie uit Alkmaar, versterkt met de SD uit Amsterdam, naderen Houtlust. Dirk de Boer, de 51-jarige vader van Piet de Boer, is het eerste dodelijke slachtoffer. Hij probeert te vluchten door achter de boerderij het erf over te rennen, maar wordt vanaf de weg neergeschoten. Piet Wagenaar, Jan Walter en Floor Niele verschuilen zich in de hooiberg. De onderduiker Johan de Jong besluit te blijven waar hij is. De knecht van de boerderij, Ab de Boorder, is op het moment van de belegering in de boomgaard peren aan het plukken. Hij wordt hardhandig ondervraagd, maar ontkent elke betrokkenheid. Johan de Jong en Ab de Boorder worden naar de Rustenburgerbrug gebracht waar zij geconfronteerd worden met het lijk van Gerard Veldman en de gewonde Frans van der Zeijden. Beiden ontkennen hen eerder gezien te hebben. Ab de Boorder mag naar huis en Johan de Jong moet terug naar Houtlust.

Frans van der Zeijden, waarvan iedereen had aangenomen dat hij dood was, komt bij de boerderij. Hij heeft tijdens zijn eerdere verhoor uiteindelijk boerderij Houtlust genoemd. Op dat moment ging hij ervan uit dat die allang verlaten zou zijn. Op de boerderij doen ze alsof zij Frans van der Zeijden nog nooit eerder hebben gezien. Frans is handelaar in tabakswaren in Alkmaar en komt als zodanig ook veel bij de SD over de vloer. Informatie die hij daar opvangt, speelt hij door naar het verzet. Frans van der Zeijden is in Alkmaar nog een maand lang verhoord, maar heeft verder geen woord meer losgelaten.

Ook Trien wordt in de dors verhoord, maar mag vertrekken. Na haar vertrek worden Piet de Boer en Johan de Jong met een nekschot vermoord.

Lages neemt vanuit de boerderij contact op met zijn chef, Walter Albers. Deze beveelt dat iedereen omgebracht moet worden. De boerderij wordt in brand gestoken; ook de hooiberg met daarin de drie verstopte verzetsmensen staat in lichterlaaie. De drie, Floor Niele, Jan Walter en Piet Wagenaar, proberen nog weg te komen. Floor Niele wordt voor hij de deuren van de dors bereikt dodelijk geraakt. De beide anderen rennen het weiland achter de boerderij in en worden daar door mitrailleurvuur neergemaaid. Jan Walter leeft nog en wordt in de boomgaard, na eerst te zijn verhoord, alsnog vermoord. De omgebrachte mannen worden door de Duitsers afgevoerd; zij zijn in crematorium Westerveld gecremeerd.