Mei 1944 - Overval distributiekantoor Heiloo

Onderduikers hadden dringend behoefte aan zaken als persoonsbewijzen en bonkaarten, maar konden die vanzelfsprekend niet zelf krijgen. Daarvoor waren zij afhankelijk van knokploegen. Met enige regelmaat overvielen de knokploegen distributiekantoren om aan die persoonsbewijzen en bonkaarten te komen.

In het voormalige kantoor van de bloembollenkweker en -handelaar De Jager, tegenover de St. Willibrordusstichting in Heiloo, is het druk. Sinds juni 1940 zetelt daar de distributiedienst voor Heiloo, Egmond aan Zee en Egmond-Binnen.

De aan het kantoor grenzende bollenschuur is inmiddels in gebruik als garage voor wagens van het Marine Lazaret. Het lazaret is in de St. Willibrordusstichting ondergebracht en bezet daar het grootste gedeelte van de gebouwen.

Op 12 mei 1944 is het druk in het distributiekantoor van Heiloo. Bij de deur in het kleine halletje, zit de gemeenteveldwachter Geertsema, die met het oog op de vele voorkomende overvallen op distributiekantoren, daar dienst heeft. Toch zit hij er, hoewel hij gewapend is, rustig bij en maakt met de gaande en komende mensen een praatje.

Het loopt tegen 12 uur en voor de loketten staan nog flink wat wachtende mannen en vrouwen. In tegenstelling tot andere dagen lijkt het aantal mannen die dag wel groter dan gewoonlijk. Enkelen van hen schijnen niet zo bekend te zijn met de gang van zaken op het distributiekantoor. Zij vervoegen zich nu eens bij het ene, dan weer bij het andere loket voor het verkrijgen van een bon voor een rijwielband. Een schaars en geliefd artikel in die dagen.

Even voor half één, de voordeur is al gesloten (de laatste drie klanten aan de loketten zijn juist geholpen) komt een jongeman, die even daarvoor nog in gesprek was met de veldwachter Geertsema, met een getrokken revolver voor het loket “Inlichtingen” en zegt kalm: “Handen omhoog en rustig blijven!”. Gelijktijdig klimmen vijf mannen over de afrastering bij de loketten, openen de tussendeur en drijven het distributiepersoneel en de drie laatste klanten achter de loketten tegen de muur.

Met zijn handen omhoog, zijn linkerhand licht steunend tegen zijn hoofd, wordt ook Geertsema binnengebracht en tegen de muur geplaatst. Onder zijn pet vandaan sijpelt bloed. “Hebben jullie geschoten?”, vraagt een distributie-ambtenaar aan de jongeman, die het sein tot de overval heeft gegeven en kennelijk als leider van de ploeg wordt gezien. “Nee”, luidt diens antwoord ,“hij heeft alleen een tikje op zijn hoofd gekregen”. Een lokettiste mag onder geleide van één van de overvallers de verbandtrommel halen en bij Geertsema eerste hulp verlenen.

Nadat de kluis, op gewapend verzoek, door de kassier is geopend, blijkt het leeghalen een simpele zaak. De spullen die niet in postzakken kunnen worden gestouwd, worden door rappe handen in schrijfmachinehoezen gewikkeld en snel naar een buiten gereedstaande auto gebracht, die door Frits Conijn voor de gang van het kantoor is gereden.

De distributieambtenaren, veldwachter Geertsema en de drie klanten van het kantoor mogen plaatsnemen in de inmiddels lege kluis. Deze wordt gesloten en de leider van de overval, Pierre de Bie, zegt voor hun vertrek door het sleutelgat dat hij de sleutel in de omgeving van de kluisdeur heeft opgehangen.

De overvallers, afkomstig uit Alkmaar, Haarlem en Velsen, zoeken snel een goed heenkomen. De buit wordt naar een veilig adres in de omgeving gebracht. Van daaruit zal deze gedistribueerd worden over onderduikadressen in Noord-Holland.

De overval wordt uitgevoerd door acht mannen. Een vrouwelijke ambtenaar heeft door middel van het geven van inlichtingen medewerking aan de overval verleend.

De buit van de overval bestond uit:

    • Coupures rantsoenen 1.648.050

    • Distributiestamkaarten 705

    • Inlegvellen 4.870

    • Inleveringszegels 16.486

    • Tweede Distributiestamkaarten 1.050

    • Bonkaarten voedingsmiddelen 17.054

    • Bonkaarten industriële artikelen 4.002

    • Rantsoenbonnen voedingsmiddelen 47.060

    • Rantsoenbonnen industriële artikelen 10.451

    • Contanten in guldens 1.600

    • Brandpolis kassier (is later teruggezonden)


Bron: Regionaal Archief Alkmaar, aantekeningen Pierre de Bie