Januari 1945 - Overval op bevolkingsregister Koedijk

Op 2 januari 1945 is een overval beraamd op het bevolkingsregister van Koedijk. Een gedeelte van de verzetsgroep van Oudorp komt rond het middaguur op de fiets bij het gemeentehuis van Koedijk aan. De groep, onder leiding van Bart Benedick bestaat verder uit Piet Reus, Dirk Smit, Gert Jongebloed en Zwart, en is bewapend met een stengun. De Stengun was zonder kolf, om hem beter onder de jas te kunnen verbergen.

Met behulp van een al eerder georganiseerde sleutel komen de mannen via de achterdeur het gemeentehuis binnen. Eén van de overvallers houdt buiten de wacht, verdekt opgesteld bij het naastgelegen café "Het Vergulde Paard".

Als eerste de telefoonverbindingen van het gemeentehuis. Ze worden gevonden en doorgesneden. De in het raadhuis aanwezige ambtenaren worden dwingend verzocht het bevolkingsregister en andere handige zaken voor het vervaardigen van vervalsingen zoals stempels, in de meegebrachte jutezakken te stoppen. De Duitsgezinde burgemeester probeert voor het raam, met armbewegingen, de aandacht van passanten te trekken. Hij wordt gedwongen op de grond te gaan zitten, en onder schot gehouden.

Bij de achterdeur wordt er aangebeld. Het zal Zwart zijn die buiten de wacht houdt, wordt verondersteld, maar die is nergens te bekennen. Er staat wel een onbekende man voor de deur, die op het gemeentehuis iets moet regelen. Hij wordt direct naar binnen getrokken en naast de burgemeester en de ambtenaren, in één van de beide arrestantencellen die het raadhuis kent, opgesloten.

De Duitse schildwacht van de op korte afstand gelegen school, die dient als kazerne voor de Duitsers, heeft niets gemerkt van de overval.

De buit van de overval gaat, in de meegebrachte jute zakken, mee. Achter op de fiets gebonden op weg naar een voorlopige bergplaats, een kas van tuinder Wetsteijn, die aan de Rekerdijk staat. Later, als het nacht is, gaan de spullen per schuit verder naar een echt veilige plaats. Van de buit worden sommige stempels, die voor het verzet niet bruikbaar zijn, op een donkere nacht terug gelegd op de stoep van het raadhuis.


Bron: Kroniek van Oudorp 2016 Aantekeningen C. Schouten