Marinesteunpunt Alkmaardermeer

De Marine Luchtvaartdienst, met de Marine Vliegkampen De Kooy bij Den Helder en De Mok op Texel, was gesteld onder de Commandant te Willemsoord. De vliegtuigen werden onderverdeeld in oorlogsgroepen. Een groep van drie Fokker C-XIVw vliegtuigen ging naar het Marinesteunpunt Alkmaardermeer. Op De Mok was een groep van drie Fokker C-IIIw vliegtuigen binnen twaalf uur gereed voor dislocatie om zo nodig de verkenningsgroep op het Alkmaardermeer te versterken. 

De Fokker C-XIVw was een tweedekker voor verkenning en voortgezette training en was gebouwd op de traditionele wijze: romp uit staalbuis bekleed met linnen, vleugels hout met gedeeltelijk houten, gedeeltelijk linnen bekleding.

Een piloot bij de Marine Luchtvaartdienst leerde elementair vliegen op de Fokker S-IX, vervolgens op de overgangstrainer van Koolhoven de F.K. 51. De C-XIVw was bestemd voor de oefening van de piloot in het vliegen met een watervliegtuig, hierna ging de piloot over naar de grote zeeverkenners en torpedovliegtuigen. 

De Fokker C-XIVw was bedoeld om de C-VIIw af te lossen, die het einde van zijn werkzame leven naderde. In 1939 zijn er 24 toestellen aan de Marine Luchtvaartdienst geleverd. 

Fokker C.XIVw

Bron: Nederlands Instituut  voor Militaire History

Fokker C.VIIIw

Bron: Nederlands Instituut  voor Militaire History

Als in 1938 het besluit valt om bommen en torpedo’s voor vliegtuigen van de Marineluchtvaartdienst naar steunpunten te brengen, blijkt dat er patronen munitie worden verscheept naar het Marinesteunpunt  aan het Alkmaardermeer voor drie Fokker C-VIIIw’s. En er moet 18.600 liter motorbrandstof naar de drie Fokkers. Dat blijkt een opmaat te zijn voor een actievere rol voor de marinevliegtuigen want vijf dagen later wordt de algehele mobilisatie voor Nederland afgekondigd. Hieruit blijkt dat het steunpunt op het Alkmaardermeer al voor de officiële indienststelling van augustus 1939 in gebruik was.

De vliegtuigen op het Marinesteunpunt Alkmaardermeer waren gestationeerd in de jachthaven van Akersloot. Deze haven is met handkracht als werkverschaffingsproject gebouwd in de jaren ‘30 van de vorige eeuw. De opening vond plaats in 1936. De jachthaven wordt dan beheerd door de gemeente, scheepswerf Nicolaas Witsen & Vis te Alkmaar en de A.R.Z.V. De eerste groep vliegtuigen arriveerde hier op 23 augustus 1939.

Voor het onderhoud van de toestellen werd gebruik gemaakt van een grote loods op de kop van de haven  (nu café restaurant t 'Kombuis). 

Het personeel van het steunpunt bestond uit 12 man en werd bij particulieren ondergebracht. Toen op 10 mei 1940 de oorlog uitbrak waren er maar liefst 10 toestellen in Akersloot aanwezig. 

Vanaf het Alkmaardermeer werden patrouillevluchten gevlogen langs de Nederlandse kust, vanaf IJmuiden tot Rottumeroog. Tijdens één van de patrouillevluchten werd bij Bergen een Bf-109 neergeschoten. 

Tijdens de strenge winter van 1939/1940 was het Alkmaardermeer door zware ijsgang onbruikbaar geworden als steunpunt. De aanwezige vliegtuigen werden overgevlogen naar het Marinevliegkamp De Mok op Texel. De patrouillevluchten langs de Nederlandse kust werden overgenomen door Koolhovens FK-51 landvliegtuigen, vanaf het Marinevliegkamp De Kooy. Deze Koolhovens waren lesvliegtuigen, en totaal ongeschikt om als verkenner dienst te doen. De MLD echter, had eerder gevraagd om landvliegtuigen die dienst konden doen als verkenner, wanneer door weersomstandigheden de watervliegtuigen niet ingezet konden worden. Maar dit verzoek werd nooit in behandeling genomen. 

Bron: Nederlands Instituut  voor Militaire History

Toen de politieke toestand zich toespitste werd begin april 1940 “Groep Vliegtuigen 7”, van De Mok overgeplaatst naar het Marinesteunpunt Alkmaardermeer. De groep bestond uit drie Fokker C-XIVw toestellen. Door de luitenant ter zee 2e klasse Smalt werd in april 1940 het clublokaal van de jachthaven van Akersloot gehuurd, om als verblijf voor de bemanning van de groep vliegtuigen te dienen. 

Begin april 1940 sloeg een Fokker C-XIVw F-4 tijdens de landing over de kop en werd zwaar beschadigd. Het vliegtuig werd overgebracht naar het Marinevliegkamp De Mok om daar te worden gerepareerd. Op 11 mei 1940 zijn de Fokkers C-XIVw F-12 en F-18 en op 12 mei 1940 de F-22, door onbekende oorzaak op het Alkmaardermeer verloren gegaan.

De Duitsers hebben het steunpunt Alkmaardermeer nooit ontdekt. Toen het bevel werd gegeven het steunpunt te ontruimen zijn op 14 mei 1940 alle toestellen naar Frankrijk Boulogne-sur-mer uitgeweken, wat ook het einde betekende van het Marinesteunpunt Alkmaardermeer.
Na enkele dagen patrouillevluchten in Franse dienst gaan de vliegtuigen op 22 mei naar het Engelse RAF-watervliegveld Calshot bij Southampton. 

In 1942 neemt de gemeente de exploitatie van de jachthaven in eigen hand. Eind jaren veertig verschijnen donkere wolken boven de haven. De haven verslonsde en werd minder aantrekkelijk en er moest flink worden geïnvesteerd. De gemeente heeft hiervoor geen geld. In november 1950 ontvangt B&W een brief van J.C. Laamens, eigenaar van een bedrijf in zuivel en fijne vleeswaren te Voorburg, en vraagt de gemeente of zij de jachthaven aan hem wil verpachten of verkopen. De gemeente besluit tot het laatste en verkoopt de gemeentelijk jachthaven met opstallen en inventaris aan Laamens voor fl. 40.000. Enige tijd was in de loods van Laamens een watersportwinkel/-depot van Bijvoet uit Broek op Langedijk. Op het terrein bevindt zich ook het Restaurant ‘t Kombuis.


Bron: ww2museum.eu ; beeldbankoudakersloot ; onzevloot ; wikipedia