68) Snaarmanslaan 67

Karel van Thijn

* 11-09-1895 Nieuwe Niedorp

† ??-08-1942 Auschwitz - 46 jaar

Eva van Thijn-Loonstijn

* 12-07-1897 Amsterdam - overlevende onderduik

Louise Sara Jansje van Thijn

* 17-11-1923 Alkmaar - overlevende onderduik

Johanna van Thijn

* 21-08-1926 Alkmaar - overlevende onderduik

Krantenknipsels van de Leidse Wolwinkel. Boven De Vrije Alkmaarder december 1945, links de Alkmaarsche Courant van November 1939

Bron: Regionaal Archief Alkmaar

Karel van Thijn en Eva Loonsteijn zijn in 1922 in Amsterdam getrouwd en komen dat jaar naar Alkmaar. Het echtpaar krijgt twee dochters: Louise (Loes) en Johanna. Karel van Thijn was een zelfstandig werkend zakkenhandelaar. Het gezin Van Thijn-Loonstijn woonde in 1922 in de Alkmaarse Landstraat 37. Daar begon Eva de “Leidse wol- en manufacturenhandel”. Omstreeks 1931 verhuizing naar de Snaarmanslaan 64. In juni 1933 verkaste het gezin naar de overkant van de straat, naar nummer 67. Er werd een filiaal geopend in de Huigbrouwerstraat 9, dat echter in december van dat jaar alweer werd gesloten. Deze winkel was overigens veel kleiner dan die op nummer 67.

Op 5 maart 1942 moet de familie Van Thijn verhuizen naar Amsterdam. Daar woonden ze eerst aan de Nieuwe Prinsengracht 4, later bij N. Bolle in de Hoendiepstraat 6o-huis. Op zeker moment werd de Hoendiepstraat bij een razzia ontruimd, waarbij alle Joodse bewoners werden afgevoerd. De woning waar Karel, Eva en de kinderen verbleven, werd door een administratieve fout overgeslagen; zo konden zij ontkomen.

Voor Joden was het verplicht om zichtbaar de Jodenster te dragen. Karel deed dat niet en werd op 5 mei 1942 bij een razzia in de buurt van Amsterdam CS betrapt en opgepakt. Hij werd vastgezet in Kamp Amersfoort. Van daar wist hij nog één brief naar huis te schrijven. Het zou zijn laatste levensteken zijn. Karel werd op 16-07-1942 vanuit Amersfoort via Westerbork, naar Auschwitz gedeporteerd.

Toen Eva hoort van zijn arrestatie, duikt zij met haar twee dochters, Loes en Johanna, onder via contacten van Andries de Vries (Zaandam, 8-7-1879), een zakenrelatie van haar man. Aanvankelijk zouden ze bij de familie De Vries onderduiken, maar die hadden al een of meer joodse onderduikers. Op 11 september 1942 kregen ze een plek bij beschuitbakker/transportarbeider Adriaan Plekker (Zaandam, 10-10-1909) en Hillegonda Jacoba Plekker-de Vries (Zaandam, 1-3-1915), de schoonzoon en dochter van Andries de Vries. Dit echtpaar woonde in de Zaandamse Zwaardemakerstraat 7. Maar deze familie maakt misbruik van de situatie en slaan een slaatje uit de onderduik. Het verblijf bij de Plekkers kost het aanzienlijke bedrag van 100 gulden (1.063 gulden in 2016 = €616) per persoon per week. Snel raakt het geld van de Van Thijns op en eind 1944 moeten zij vertrekken.

In het boek ‘Kaddiesj voor joods Alkmaar’ wordt vermeld dat Eva van Thijn en haar dochters ondergedoken waren in Wormerveer, maar dat is waarschijnlijk -gezien de verdere beschrijving- bovenstaand adres geweest. “Zij zaten daar tweeënhalf jaar op een bovenkamer en ontvingen te weinig om van te leven en te veel om dood te gaan, hoewel ze een hoge prijs moesten betalen. Aan het einde van de oorlog werden ze ‘bevrijd’ van dit onderduikadres door leden van de ondergrondse, die weet hadden gekregen van hun slechte behandeling en naar een ander adres gebracht in Zaandam.”

De buurman van de fam. Plekker, expediteur/bedrijfsleider Johannes Henderikus Koomen, was actief in de illegaliteit. De Van Thijns werden dank zij hem door het verzet “bevrijd” van dit onderduikadres. Hij slaagt erin om andere adressen te vinden, waar ze zonder betaling terecht kunnen. Als eerste vertrok Louise omstreeks november 1944. Ze kwam terecht bij boekhouder Dirk Hartog en Klasina Hartog-Spits, die aan de Oostzijde 221 in Zaandam woonden, het zogenaamde "Huis van Monet". Ook Eva van Thijn kon er een tijdje terecht. Klasina was familie van Adriaan Plekker via haar moeder, Wilhelmina Plekker. Johanna van Thijn kon begin december 1944 naar procuratiehouder/koopman Nicolaas Cornelis Waagmeester en Elsje Waagmeester-Mooij. Dit echtpaar woonde aan de Zaandamse Stationsstraat 24b. Johanna was in het bezit van een vervalst persoonsbewijs en droeg de naam Hans Kleije, wonende Onstwedde 23b te Onstwedde.

Het Nationaal Steunfonds verstrekte via het Zaandamse verzetsechtpaar Willem en Lena Hart maandelijks 120 gulden om te voorzien in de eerste levensbehoeften van de Van Thijns. Eva van Thijn ging omstreeks januari 1945 naar de familie Rijpstra, Meidoornlaan 2 in Zaandijk. De drie gezinsleden maakten op hun Zaanse onderduikadressen de bevrijding mee.

Pas na de oorlog wordt het hen duidelijk dat Karel in augustus 1942 in Auschwitz is vermoord. Na de deportatie van de familie naar Amsterdam werd de boekhouder van Karel benaderd door iemand die het pand wilde kopen in de Snaarmanslaan. Toen de boekhouder zei dat het gezin Van Thijn, als ze zouden terugkeren, aanspraak konden maken op het pand, zei degene die het huis wilde kopen: "Die komen nooit meer terug". Hij kreeg zijn zin en kocht het huis. Echter moest hij het pand na de oorlog teruggeven aan Eva van Thijn-Loonstijn, waar ze de winkel "De Leidse wol- en manufacturenhandel" heropent.


Bron: www.joodsmonumentzaanstreek.nl

De Vrije Alkmaarder 20 oktober 1945

Herdenkingssteen voor Karel van Thijn, Snaarmanslaan 57, Alkmaar

Bron: Stichting Herdenkingsstenen Joods Alkmaar