5) Hofdijkstraat 9

Salomon Prins

* 27-03-1877 Den Helder

† 02-07-1943 Sobibor - 66 jaar

Vrouwtje Prins

* 03-04-1873 Den Helder

† 25-04-1943 Westerbork - 70 jaar

Rosette van Praag

* 26-02-1883 Amsterdam

† 30-04-1943 Sobibor - 60 jaar

Helena Bouman

* 09-05-1907 Beesd

† 30-09-1942 Auschwitz - 35 jaar

Salomon Prins

Salomon, Vrouwtje en Rosetta waren vluchtelingen uit Den Helder. Salomon handelde in galanterieën en had in Alkmaar een winkel. Hij was getrouwd met Koosje Kannewasser (1877) die op 12 april 1935 in Den Helder is overleden en is begraven op de Joodse Begraafplaats aldaar. Daarna kwam zijn zus Vrouwtje Prins bij hem inwonen.

Het echtpaar Prins-Kannewasser had drie kinderen, waarvan het eerste jongetje Jacob Salomon twee dagen na de geboorte overlijdt. De andere kinderen Salomon Jacob (1911-1997) en Sophia (1919-1970) overleven de oorlog. Rosette van Praag was winkeljuffrouw in de zaak van Salomon en was inwonend. Helena Bouman was hulp in de huishouding, en was vanaf 7 april 1941 ook inwonend.

Salomon gaat op 6 maart 1942 naar Amsterdam. Salomon Prins gaat wonen op Krugerplein 8 II in Amsterdam-Oost, waar hij kwam in te wonen bij de familie van Izak Zurel. Ook zijn zuster Vrouwtje moest naar Amsterdam verhuizen; zij kwam op 30 juni 1942 terecht in de Reitzstraat 34 III en enkele maanden later, in november 1942, eveneens terecht op het Krugerplein 8 II.

Salomon Prins was vanaf 16 September 1942 door de Joodse Raad “gesperrt wegens functie”; hij was lid van de Ressortale Vergadering van het Synagogale Ressort N.H. te Amsterdam en lid van de Permanente Commissie van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap. Echter ten tijde van de registratie bij de Joodse Raad in 1941 ging het niet goed met zijn gezondheid: hij lag destijds in het ziekenhuis. Toen in de laatste weken van mei 1943 alle vrijstellingen en Sperren door de Duitsers als vervallen werden verklaard, en er grote razzia’s in Amsterdam plaatsvonden, werd ook Salomon Prins opgepakt en op 20 juni 1943 naar Westerbork afgevoerd. Vandaar werd hij op 29 juni 1943 naar Sobibor gedeporteerd.

Vrouwtje gaat op 15 april 1943 naar Westerbork, barak 62, en overlijdt er kort daarna. Op 7 april 1943 wordt ze aldaar gecremeerd en de urn met haar as werd op de Joodse Begraafplaats in Diemen bijgezet.

Rosette gaat op 16 april 1943 naar Westerbork, barak 62, en op 27 april 1943 naar Sobibor.

Helena gaat op 7 augustus 1942 naar Westerbork en op 1 september 1942 naar Auschwitz.

Herdenkingsstenen voor Salomon Prins, Vrouwtje Prins, Rosette van Praag, Helena Bouman, Hofdijkstraat 7, Alkmaar

Bron: Stichting Herdenkingsstenen Joods Alkmaar