3) Achterstraat 62

Eleazar Bing

*   29-11-1903    Alkmaar

†  25-07-1944    Amsterdam   - 40 jaar

Annie Jacoba Elisabeth Bing-Rademaker    (niet Joodse afkomst)

*   15-06-1910    Heerhugowaard    - Overlevende onderduik

Julius Jacob Bing 

*   1933    Overlevende onderduik

 Gerrit Bing 

*   1934    Overlevende onderduik

 Aron Jonnie Bing

 *   1937    Overlevende onderduik

 Jan-Dov Bing

*   1939    Overlevende onderduik

 Elie Bing

*   1942    Overlevende onderduik

 Liesje Nomi Bing

 *   1945   Overlevende onderduik

Eleazer Bing in zijn slagerij aan de Achterstraat met naast hem Annie Bing-Rademaker. De foto is een fragment van een grotere foto met de hele winkel.

Bron: herdenkingsstenenjoodsalkmaar.nl

Eleazer (Eli) was een zoon van Julius Jacobus Bing  (10-10-1867 Hoorn - 16-02-1932 Alkmaar) en Sientje Englander-Bing (05-12-1872 Alkmaar - 20-03-1943 Sobibor) en had een broer Aron en een zusje Sara. Eli trouwde met Annie Jacoba Elisabeth Rademaker op 8 september 1932, waarna ze gingen wonen aan de Achterstraat 62. Eli heeft daar een koosjere slagerij, die hij had overgenomen van zijn vader. Samen kregen zij zes kinderen:

Julius Jacob 1933, Gerrit 1934, Aron Jonnie 1937, Jan-Dov 1939, Ellie 1942 en Liesje Nomi 1945. 

Het hele gezin verhuist op 15 september 1939 naar de Frieseweg 51, vervolgens op 13 maart 1940 naar de Hoogstraat. Daarna verhuist het gezin op 7 mei 1941 naar Heerhugowaard om te gaan wonen bij de moeder van Annie: Fijgje Rademaker-Bot, op de Middenweg 148. Tijdens de oorlog negeerde Eli de oproep van de Duitsers om zich als joodse Nederlander bij de autoriteiten te melden. Hierdoor ziet hij zich genoodzaakt om onder te duiken.

Eli duikt onder op de boerderij van boer Nicolaas Kout aan de Middenweg 162 (hoek Middenweg en Rustenburgerweg) in Heerhugowaard. Op zeker moment werd die plek te gevaarlijk: Tijdens de bezorging van een brief door postbode Berkman, die een NSB-er is, stapt de postbode het huis binnen en ziet Eli. Eli probeert zich nog te verstoppen, maar de situatie is overduidelijk. Na dit incident verhuisde hij naar een ander adres. Als het gevaar geweken lijkt te zijn, keert hij op 24 juli 1944 weer terug naar zijn eerdere schuilplek bij boer Kout. Daar wordt hij uiteindelijk verraden door achteloos geroddel.

Bij zijn terugkomst op de boerderij van Kout 's morgens vroeg zag de echtgenote van boer Ernst boer Kout met zijn wagen de hooischuur (de zogenoemde kapberg) binnenrijden en de deur meteen achter zich sluiten. Zij vond dat zo merkwaardig dat de gedachte bij haar opkwam dat Bing misschien wel eens kon zijn teruggekeerd. In het bijzijn van haar kinderen deelde ze haar vermoedens met haar echtgenoot Ernst. De kinderen vertelden dit ongelukkigerwijs aan buurvrouw Grietje Koelemeij-Boontjes, die het doorbriefde aan haar man, de NSB'er Jan Koelemeij. Die stelde op zijn beurt partijgenoot Abraham Trappel uit Sijbekarspel op de hoogte. Met zijn drieën overlegden zij op welke manier zij de onderduikplaats van Bing het best konden doorgeven. Van de politie en de Centrale Crisis Controledienst verwachtten zij weinig heil, omdat die te anti-Duits waren. Besloten werd de NSB'er Johannes Swidde, die als zeer fanatiek bekend stond, te benaderen. Toen Trappel Swidde opzocht, bleek die niet thuis te zijn. Zijn echtgenote Neeltje Swidde-Hart stelde Trappel voor met haar zoon Pieter Swidde, die landwachter was, naar het commando van de Landwacht in Alkmaar te gaan om melding van de zaak te maken. Na de aangifte arresteerde de Feldgendarmerie Bing in de nacht van 24 op 25 juli 1944 met assistentie van enige landwachters. Ook de familie Kout werd opgepakt.

Twee dagen later moesten vier landwachters Bing, Kout en de eveneens gearresteerde Helderse Alkmaarder Simon F. van der Veen naar de Sicherheitspolizei in Amsterdam brengen. Lijn 24 zou de gevangenen en de bewakers naar de Euterpestraat vervoeren. Toen zij op het Stationsplein bij het Centraal Station op de tram stonden te wachten, was landwachter Hendricus van Kleef uit Bergen, die speciaal belast was met het bewaken van Bing, even afgeleid. De arrestant profiteerde ervan door de koffer die hij bij zich voor de voeten van de landwachter te gooien en de benen te nemen. Hij liep evenwel de verkeerde kant op en zag zijn vluchtweg plotseling door water geblokkeerd. Eli bedacht zich geen moment en sprong direct in het Prins Hendrikkade en zwom onder water weg. Als Eli boven komt, wordt hij door één van de landwachters, Hendricus van Kleef uit Bergen NH, door een schot in het achterhoofd doodgeschoten.

Volgens de politie had Bing zelfmoord gepleegd door tijdens het wachten op de tram in het water te springen. Zijn echtgenote Annie Bing-Rademaker en haar zes kinderen duiken onder in Oosterbeek en hebben allen de oorlog overleefd. Ook boer Kout overleeft de oorlog.

Het verslagen van de rechtzaak tegen de verraders in het Nieuw Noordhollands Dagblad.

Bon: Nieuw Noordhollands Dagblad, 5 december 1945 uit het Regionaal Archief Alkmaar

 De Politieke Opsporingsdienst (POD) had na de oorlog de grootste moeite om de zaak tot klaarheid te brengen. Aanvankelijk werd een bij de NSB aangesloten postbode van het verraad verdacht. Toen hij een keer post bij Kout bezorgde, zag hij Bing in de kamer en nam hij waar dat zijn ontdekking grote schrik veroorzaakte. Bovendien zag de familie Kout dat hij aan de overkant bij een andere NSB'er de post niet in de brievenbus stopte, zoals gebruikelijk was, maar de winkel van de betrokkene binnenstapte. De postbezorger kon naderhand evenwel van alle blaam worden gezuiverd, omdat hij niets met het verraad te maken had gehad. Koelemeij, Koelemeij-Boontjes en Trappel werden door het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam voor verraad veroordeeld tot gevangenisstraffen van respectievelijk 9, 8 en 8 jaar. De Bijzondere Raad in Cassatie liet alleen de straf voor mevrouw Koelemeij intact. Haar man kreeg er 1 jaar bij en Trappel zelfs 2. Swidde-Hart en haar zoon werden in eerste instantie met 5 en 6 jaar detentie bestraft. In cassatie ontsprongen zij echter vanwege juridische redenen de dans. Het tweetal was medeplegen van – oftewel: volledige betrokkenheid bij – verraad ten laste gelegd. Het Bijzonder Gerechtshof verklaarde dat ook bewezen. Mr. C. Berkemeijer, de raadsman van de vrouw, voerde in cassatie aan dat ze alleen maar medeplichtig aan – behulpzaam bij – geweld was geweest. De procureur-fiscaal en de Bijzondere Raad van Cassatie waren het met die opvatting eens. Conform het voorstel van de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie ontsloeg de Raad moeder en zoon van rechtsvervolging. Van Kleef, die nog meer strafbare feiten op zijn kerfstok had, werd door het Bijzonder Gerechtshof tot de doodstraf veroordeeld. Overeenkomstig de vordering van de procureur-fiscaal werd die straf later door de Bijzondere Raad van Cassatie omgezet in een levenslange gevangenisstraf, omdat de dader niet in koelen bloede had gehandeld.


Bron: www.wo2slachtoffers.nl, Stichting Herdenkingsstenen Joods Alkmaar

Het verslagen van de rechtzaak tegen de verraders in de Vrije Alkmaarder.

Bron: Vrije Alkmaarder, 5 december 1945 uit het Regionaal Archief Alkmaar


Verslag van de omzetting van de doodstraf voor van Kleef in levenslang.

Bron:  De Vrije Alkmaarder, 21 maart 1946 uit het Regionaal Archief Alkmaar

Herdenkingssteen voor Eleazar Bing, Achterstraat 62, Alkmaar

Bron: Stichting Herdenkingsstenen Joods Alkmaar

De landverraders

Arrestatie Henricus van Kleef

Bron: Toestemming van Dov Bing

Arrestatie Henricus van Kleef

Bron: Toestemming van Dov Bing

Foto's van de arrestatie van Henricus van Kleef in Bergen door het verzet. Links wordt hij door de Dr. van Peltlaan in Bergen gemarcheerd. Op de foto rechts staat van Kleef als 2e van rechts, met een NSB vlag omgebonden en z'n pet van de Landwacht opgezet. Aan de linker zijde van deze foto staan mensen van het verzet, waaronder Cor Schouten. Cor was gemeentesecretaris in Sint Pancras, woonde in Bergen en was lid van de KP Sint Pancras van de Amsterdammer Rinus Knape. Bij de veroordeling van Van Kleef is naast de moord op Eli Bing ook rekening gehouden met ander landverraad zoals het opsporen van illegale radiotoestellen en het arresteren van landgenoten in opdracht van de Sicherheitddienst.



Johannes Swidde stond bekend als fanatiek kringleider van de NSB in Alkmaar.  In het "herdenkingsnummer" van de NSB krant "Volk en Vaderland" van 12 december 1941 (9e jaargang, No. 50) staat hij als Kringleider Alkmaar vermeld onder registratienummer 34187. Als Kringleider heeft hij veel openbare toespraken en bijeenkomsten mede georganiseerd.  Alhoewel vele na de oorlog zichzelf afdeden als brood-NSB'er door te verklaren dat ze alleen lid waren vanwege de betere mogelijkheden om hun gezin te onderhouden, hield Johannes Swidde in de rechtbank vol dat "het toenmalige standpunt van Mussert is thans nog mijn vaste overtuiging!". Zie beneden voor het krantenartikel uit De Vrije Alkmaarder van 8 augustus 1946 (bron: Regionaal Archief Alkmaar).

Opening van het Kringhuis der NSB door Mussert, gepubliceerd in de NSB krant Zwarte Soldaat (1ste jaargang, nr.14). De man vooraan links op de foto is waarschijnlijk Henricus van Kleef.

Bron: NIOD Beeldbank.