Vorderen van de kerkklokken

Het vorderen van klokken is een gebruik dat al zeker tot het begin van de 15e eeuw teruggaat. Het opeisen van de torenklokken ten tijde van oorlog was niet bijzonder. Het brons was nodig voor de oorlogsindustrie. Uit Nederland zijn tijdens WO2 naar schatting 4.800 klokken door de Duitse bezetter naar Duitsland afgevoerd, die niet zijn teruggekomen.

Op 1 december 1942 ontving de Alkmaarse NSB-burgemeester Van der Sluijs een brief van het Provinciaal Bestuur van Noord-Holland. Hierin werd de mededeling gedaan dat spoedig een begin zou worden gemaakt met het vorderen van luidklokken. Omdat Alkmaar enkele klokken van historische waarde huisvestte, belde de burgemeester direct met de heer Kalf van de Inspectie Kunstbescherming. Hij wilde van hem weten of de monumentale klokken van het Stadhuis (1602 en 1645), de Grote of St. LaurensKerk (1525) en de Accijnstoren (1628) van vordering waren gevrijwaard.

Een paar dagen na het telefoontje kreeg de burgemeester een overzicht van de beschermde klokken. Dit leverde de nodige spanning op, omdat de monumentale klok van de Grote Kerk niet in de lijst was opgenomen. Enkele briefwisselingen later bleek er een fout te zijn gemaakt: de klok van de Grote kerk was verwisseld met die van de Waagtoren. Dit werd direct teruggedraaid, maar de bescherming van de Waagklok kwam hiermee wel te vervallen.

Dat gaf opnieuw reden tot onrust. Die klok kon namelijk niet verwijderd worden zonder de monumentale toren van de Waag voor een groot deel te slopen. De burgemeester startte daarom opnieuw een briefwisseling aan met de commissaris van de Provincie Noord-Holland, de heer Backer. Deze liet weten dat in zo’n geval besloten zou worden de klok, nog hangend, in stukken te snijden en in brokken naar beneden te halen. Dit was uiteraard niet het antwoord waar de burgemeester op zat te wachten, waarop werd besloten de klok van de Waagtoren daarom maar op eigen houtje te voorzien van een monumentenbewijs.

Document dat Monumentenzorg in maart 1940, twee maanden voor de bezetting, bij het carillon van de Grote Kerk heeft opgehangen. In vier talen wordt verzocht het carillon niet te vorderen. Ondertekend door Dr. J. Kalf van de Inspectie Kunstbescherming.

Begin maart 1943 arriveerde een aannemer om de Alkmaarse klokken te vorderen. De aannemer liet weten de klok van de Grote Kerk ook te moeten meenemen. Met spoed nam de burgemeester contact op met de “Vorderreferates für Glockenabnahme”. De aannemer was er blijkbaar niet van op de hoogte dat de klok van de Grote Kerk beschermd was. Opnieuw was het weer even spannend.

Midden maart kwam het er dan toch echt van: de eerste klokken van Alkmaar werden weggehaald. Tot opluchting van velen bleven de meest waardevolle klokken van Alkmaar: het Stadhuis, de Accijnstoren, de Waag en de Grote Kerk op hun plek.

Het document dat Monumentenzorg in maart 1940, twee maanden voor de bezetting, bij het carillon van de Grote Kerk heeft opgehangen. In vier talen wordt verzocht het carillon niet te vorderen. Ondertekend door Dr. J. Kalf van de Inspectie Kunstbescherming.

Door alle voorvallen en miscommunicaties bleek de bescherming van de belangrijkste klokken alles behalve zeker. Op advies van Belonje, die de registratie van de klokkenvordering in Noord-Holland coördineerde, schilderde gemeentewerken daarom een witte “P” van Prüfung op de klokken van de Accijns- en Waagtoren. Klokken die op dergelijke wijze gemarkeerd waren zouden bescherming genieten.

Toch wist men dat ook deze actie geen zekerheid kon geven. En inderdaad, 17 april 1943 kwam het bericht binnen dat nu ook “M”-klokken (van monumentaal) en “P”-klokken zouden worden gevorderd. Alleen enkele zéér waardevolle carillons of klokken mochten blijven hangen. Maar of de bezetter de belangrijkste klokken in Alkmaar als waardevol zou bestempelen was onzeker. In mei kwam er een laatste vorderingsronde waarbij weer een aantal klokken werd weggehaald. Daarna vertrok de aannemer uit de stad.

Na de bevrijding kwamen alleen de weggevoerde klokken van het St. Elisabethziekenhuis en de Piuskerk terug, deze waren in de laatste ronde in mei 1943 gevorderd. De klokken die twee maanden eerder tijdens de eerste ronde waren weggehaald zijn omgesmolten.

En de klokken van de Accijnstoren, het Stadhuis, de Grote Kerk en de Waag? Ze hingen er nog; zij lieten begin mei 1945 heel Alkmaar horen dat ook Alkmaar bevrijd was.


Bron: onh.nlRegionaal Archief AlkmaarWikipedia