Supermarine Spitfire

Supermarine Spitfire

Neergekomen in Driehuizen

De Supermarine Spitfire, een Brits jachtvliegtuig dat in 1938 in productie werd genomen door Supermarine Division, Vickers Armstrong Ltd. Het toestel werd gedurende WO2 door de geallieerden ingezet, voornamelijk door de RAF. Er werden 20.340 stuks gebouwd. Daarnaast bestond ook de Seafire variant, waarvan er 2.594 werden gebouwd. De naam was afgeleid van Supermarine Sea Spitfire.

De Spitfire valt op door zijn stroomlijn en ellipsvormige vleugels. De versie Mk. XIV haalde een maximumsnelheid van 721 km/h op een hoogte van 8.000 meter.

De vliegeigenschappen van de Spitfire en zijn Duitse tegenstander, de Messerschmitt Bf 109 ontliepen elkaar weinig. De voordelen van de Spitfire waren de betere manoeuvreerbaarheid, een groter motorvermogen en een beter zicht vanuit de cockpit. De bolvormige kap bood de mogelijkheid om zowel naar beneden, naar boven als in het rond te kijken. Een aanvankelijk nadeel van de Spitfires was dat de erin toegepaste Rolls Royce Merlin Motor, ter verkrijging van een maximaal vermogen, met carburateurs was uitgerust, terwijl de Messerschmitt over een injectiemotor beschikte. Door de carburateurs kon de Spitfire niet lang ondersteboven vliegen of steile duiken uitvoeren, omdat bij negatieve zwaartekrachten de motor te weinig brandstof kreeg.

Hoewel de varianten van de Spitfire/Seafire zich op verschillende wijze verder ontwikkelden, bleef er toch een constante, namelijk de gebruikte motor, tot 1942 werd uitsluitend de Merlin-variant gebruikt. Vanaf dat jaar werd overgeschakeld op de Griffon. Er waren 24 Marks bij de Spitfire, het talrijkst de Mk V, met totaal 6.479 exemplaren.